Gisteren in Knack een interview met Andrew Keen die ook volop aan het woord kwam in Tegenlicht over Wikipedia en Web 2.0. Zijn boek is nu vertaald in het Nederlands. Het staat haaks op de vandaag aanbeden “participatieve democratie” en “internetdemocratie”.
De vraag is of er poortwachters dienen te zijn die "de kennis bewaken? Word anders het “creationisme” even waar als “de evolutieleer van Darwin”?
Wat Andrew Keen in zijn boek doet is, wat men noemt, het kind met het badwater weggooien. Tenminste zo lijkt het als je er recensies over leest (ik moet zijn boek nog lezen) . Waarschijnlijk is het ook zijn bedoeling om te choqueren (kakafonie, digitaal narcisme, amateurapen,...). Als 'internet-entrepreneur' heeft hij blijkbaar ook de analyse gemaakt dat je in deze tijden moet choqueren om niet achter te blijven als de roependen in de digitale woestijn.
Uiteraard speelt zijn uitgever daarop in en licht die de meest radicale passages eruit om zijn publiciteit te stofferen. Waarop de pers dan weer inspringt en uiteindelijk elk van hen hun doel bereiken: gehoord en gelezen worden voor de enen, verkoop halen voor de anderen.
In die zin zijn ze ook allen mee met hun tijd en met wat slechte wil zou je kunnen stellen dat ze net hetzelfde doen als wat Keen in zijn boek aanklaagt.
Mijn positie is anders. Voor een deel ga ik mee met Keen wanneer hij het heeft over de youtube, myspace, facebook en andere myblogs maar ik ben dan weer slechts gedeeltelijk akkoord met zijn kritiek op wikipedia en andere 'resources' zoals RSS-feeds, del.icio.us, internet archive...
Het internet is ook een bron van kennis, actie en samenwerking dat ons de mogelijkheden heeft gegeven om effectiever te doen wat we doen, om meer aandacht te trekken op de dingen die wij belangrijk vinden. Wat zouden het WSF, Attac, en zoveel meer dergelijke initiatieven zoals Indymedia (ik geef toe, de Belgische is niet my cup of tea) zijn zonder het internet?
Om de Attac Vlaanderen website even te nemen: niet alle artikels die erop worden gepubliceerd zijn artikels van experten (zie bijvoorbeeld het artikel van Jos Geudens over Kenia) en toch worden ze er gepubliceerd. Hoe zou Attac Vlaanderen meer dan 10.000 bezoekers per maand kunnen bereiken zonder dat internet? Ten dele is dat wat Attac publiceert op het internet ook de basis voor de werving van de leden of niet?
Zouden, zonder het internet, die tientallen miljoenen mensen op straat zijn gekomen net voor de nieuwe oorlog tegen Irak begon?
Zouden we geweten hebben (weten we het trouwens?) wat er de laatste maanden bijvoorbeeld in Birma en Tibet is gebeurd zonder de 'bloggers' vanuit die landen? Trouwens waarom zijn de blogs uit die landen blijkbaar dan weer wel 'betrouwbaar'? De beweringen ervan worden immers massaal overgenomen door de gevestigde kranten.
Let op, ik word hier niet lyrisch.
Op het internet staat shit, veel shit, enorm veel shit. En dat is inderdaad wel een probleem. Maar het probleem is niet het medium. Het probleem is hoe het medium gebruikt wordt. Net zoals in de 'gevestigde' pers shit, veel shit, enorm veel shit staat en op de 'gevestigde' televisiekanalen shit, veel shit, enorm veel shit getoond wordt. Hier ook is het probleem niet het medium maar hoe het medium gebruikt wordt. En hier ook wie het bezit.
Wat doen we met de beevees, de 'experten' à la Rik Torfs, Bart De Wever's en andere Mia Doornaert's die dag aan dag, avond na avond in de 'gevestigde' pers en op de 'gevestigde' televisiekanalen een 'vrij' podium krijgen om hun 'ding' te doen?
Wat doen we met de 'gevestigde' academici die vanuit hun ivoren toren alleen omgaan met andere 'gevestigdeprofessionals en elite moeten koesteren. 'Ik geloof in culturele autoriteit. Of het nu de staat is, de leraar of de intellectueel'. Is dit ook weer een provocatie? Moeten we (boutade) weer de klak afnemen voor de baron, pastoor, notaris en schoolmeester?
Is dit de revolutionaire voorhoede?
Ook zegt hij: 'Mensen moeten begrijpen dat er uiteindelijk iemand moet betalen voor Maureen Dowd en Thomas Friedman'.
Maat zeg me, waarom zou ik moeten betalen voor de mening (het gaat niet over feiten maar de mening) van iemand? In het geval van Friedman is dat dan ook nog een absurde, gevaarlijke mening. Lees mee wat die enkele jaren geleden voor het begin van de oorlog in Irak zonder verpinken in de New York Times (is dat niet het 'progressieve' dagblad van de VS?) mocht schrijven:
"The US has to make clear to Iraq and US allies that America will use force, without negotiation, hesitation, or UN approval."
"Blow up a different power station in Iraq every week, so no one knows when the lights will go off or who's in charge."
"I have no problem with a war for oil."
Dus voor iemand (een gek) die het staatsterrorisme verheerlijkt zou ik moeten betalen? Behoort Friedman dan tot die 'culturele autoriteit', is hij die 'intellectueel' waarin Keen gelooft?
Wat is hier het verschil tussen de 'oude' reporter en de door Keen verguisde 'nieuwe' reporter?
Is het dat wat Keen bedoeld als hij zegt: "Internet maakt de wereld complex. Het is de taak van de media om de wereld te simplificeren."
Ik constateer dat ze inderdaad goed bezig zijn en Keen is hun boodschapper.
artikels, feiten, commentaren, bedenkingen, muizenissen, enz...
"L’une des seules positions philosophiques cohérentes, c’est la révolte." - Albert Camus
donderdag 17 april 2008
donderdag 21 februari 2008
Misschien willen Walen en Brusselaars ons pensioen wel betalen?
De bevolking van België veroudert beetje bij beetje. Dit is een algemene regel voor praktisch alle gemeenten in Vlaanderen en Wallonië. Enkel het Brusselse Gewest wordt er jonger op. De gemiddelde leeftijd op 1 januari 2007 was er 37,72 jaar. Aan het begin van dit millennium, op 1 januari 2000, was die nog 38,55 jaar.
Ziehier nog enkele cijfers:
Vergelijken we echter de cijfers voor heel België dan scoort de TOP-5 van Vlaanderen veel minder goed. Ze staan dan respectievelijk op de 41ste, 46ste, 53ste, 54ste en 60ste plaats. De jongste Belgen wonen inderdaad in het Brussels Gewest en de provincie Luxemburg. Zij nemen elk 5 van de TOP-10 plaatsen in. Meer zelfs, 16 van de TOP-20 plaatsen.
Tenslotte moeten we nog vermelden dat ook de oudste gemeenten Vlaams zijn, twee kustgemeenten en 1 Limburgse. De TOP-3 bestaat daar uit Koksijde (47,57), Herstappe (47,53) en Knokke-Heist (47,31).
Misschien moeten we toch maar rekenen op de Walen en Brusselaars om onze pensioenen te betalen?
Klik hier voor alle cijfers.
Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie

- de gemiddelde leeftijd voor België is geëvolueerd van 39,15 jaar in 2000 naar 40,09 jaar in 2007;
- de bevolking van Vlaanderen is ouder dan die van Wallonië en het Brussels Gewest, respectievelijk 40,77 jaar, 39,08 jaar en 37,72 jaar;
- de provincie Limburg evolueert van 37,96 jaar naar 40,06 jaar maar blijft toch de jongste provincie van Vlaanderen;
- de jongste gemeente in Vlaanderen is Merksplas in de provincie Antwerpen met een gemiddelde leeftijd van 37,56 jaar;
- de Vlaamse TOP-5 wordt vervolledigd met Spiere-Helkijn in West Vlaanderen (37,88), de 2 Limburgse gemeenten Opglabbeek (37,71) en Houthalen-Helchteren (37,90). Nummer 5 tenslotte is Beerse in Antwerpen (37,99).
Vergelijken we echter de cijfers voor heel België dan scoort de TOP-5 van Vlaanderen veel minder goed. Ze staan dan respectievelijk op de 41ste, 46ste, 53ste, 54ste en 60ste plaats. De jongste Belgen wonen inderdaad in het Brussels Gewest en de provincie Luxemburg. Zij nemen elk 5 van de TOP-10 plaatsen in. Meer zelfs, 16 van de TOP-20 plaatsen.
Tenslotte moeten we nog vermelden dat ook de oudste gemeenten Vlaams zijn, twee kustgemeenten en 1 Limburgse. De TOP-3 bestaat daar uit Koksijde (47,57), Herstappe (47,53) en Knokke-Heist (47,31).
Misschien moeten we toch maar rekenen op de Walen en Brusselaars om onze pensioenen te betalen?
Klik hier voor alle cijfers.
Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
donderdag 13 december 2007
De Prijs van de Taal

In een PS bij dat bericht had ik hen immers gevraagd of het de volgende keer niet gewoon "Prijs" kon zijn eerder dan de "Award" van nu.
Ze schreven in een mail waarin ze mij bedankten voor de positieve reactie (ook) als PS:
Wij vinden 'Award' net iets meer aplomb hebben dan 'Prijs'. ;-)
Waarop ik uiteraard moest terugschrijven:
"Waarom?
Omdat het Engels is?
Vroeger was het altijd 'Grand Prix' (nu in Nederland soms nog trouwens).
Vandaag is Frans 'out' en is Engels een 'must'.
Uitsluiting van mensen wordt versterkt door taaluitsluiting.
De eigen taal is een taal die door nagenoeg iedereen verstaan wordt die die taal als moedertaal heeft. Hoeveel niet-opgeleiden, 'ouderen' en andere categorieën mensen kunnen niet meer mee met een taalevolutie waarbij de eigen taal vervangen wordt door een 'vreemde' taal? Staat U daar ooit bij stil als (toekomstige) journalist?
Is de taak van de journalist niet het vertalen van nieuws? Hoe kan je nieuws vertalen als je de taal hanteert van diegenen die nieuws brengen (nieuws-marketeers) eerder dan de taal van diegenen voor wie het nieuws bedoeld is?
Gaan (toekomstige) journalisten nu ook al marketeer-taal gebruiken in hun 'eigen nieuws'- communicatie?
Nu heet het 'Award', heet het binnen 10 jaar dan 褒奖 ? (ik hoop dat uw computer Chinese lettertekens kan lezen).
Want culturele overheersing gaat steeds samen met commerciële overheersing".
dinsdag 11 december 2007
De Dubieuze Data Award 2007

Neen hoor, hij bestaat al drie jaar maar tot nog toe is ie misschien nog niet opgevallen. In het bos ziet met de bomen ook niet zo scherp meer. Maar deze Prijs kan een meerwaarde zijn. Hij wil de aandacht vestigen op het tekort aan basiskennis statistiek in de Vlaamse media.
De Dubieuze Data Award (tussen haakjes: waarom moet dat weer een Award zijn? Is een gewone Nederlandstalige Prijs niet ’cool’ genoeg?), de Dubieuze Data Award wordt dus uitgereikt door de portaalsite Journalinks. De site is een onafhankelijk mediaproject en wil studenten, docenten en journalisten ondersteunen bij het gebruik van internetresearch, data-analyse met behulp van statistische programma’s en geografische informatiesystemen.
En de nood aan zo’n ondersteuning is er vast en zeker. We citeren uit de persmededeling (we zouden het niet beter kunnen verwoorden):
'Statistiek is onontbeerlijk geworden voor een goed bestuur. Net daarom moeten de media, die dit bestuur willen controleren, in staat zijn om statistisch te redeneren. Helaas slagen de meeste media hier niet in.
2007 was opnieuw een jaar vol misleidende nieuwsberichten op basis van te kleine steekproeven, niet-representatieve on-line-polls en niet-significante resultaten. Bij deze derde editie focussen we op het totale gebrek aan feeling voor de foutenmarge bij een politieke peiling.
Slechts één zeer recent blunderverhaal hebben we er dit jaar speciaal uitgelicht. Niet ter vermaak, wel om de noodzaak van een basiskennis statistiek voor journalisten te benadrukken.
Bijna dagelijks verschijnen dergelijke foutieve berichten in het nieuws.
"Verhofstadt krijgt voorkeur als premier"
(DS/VRT, 7 december 2007)
De jury stelt verder:
’Dat ze bij De Standaard en de VRT blind, dom of van kwade wil zijn, hebben we niet gezegd. Feit is wel dat beide media - na enkele betere momenten - opnieuw vrolijk elke bocht afsnijden bij weer een nieuwe peiling: weg foutenmarges, vaarwel significantieniveau...
Dat Guy Verhofstadt (Open VLD) een geweldige remonte maakt is natuurlijk meer dan een nieuwsfeit waard. Maar meteen ook stellig lopen te beweren dat de aftredende premier - in één adem - voorbij Yves Leterme (CD&V/N-VA) is gefietst, is prietpraat. Of beter: stemmingmakerij, want totaal niet significant.
Bij de bewuste peiling werden 751 Vlamingen ondervraagd. 41% noemde Verhofstadt het meest geschikt om de nieuwe premier te worden, terwijl 40% Leterme verkoos. De bijhorende foutenmarges schommelen vermoedelijk rond de 3,5%.'
Tip aan de hoofdredacties van De Standaard en de VRT (en de andere kranten trouwens ook, ze zijn allen in hetzelfde bedje ziek): Geef je journalisten het eerste Nederlandstalige handboek basisstatistiek voor journalisten cadeau.
Sprekende Cijfers is een uitgave van de Universitaire Pers Leuven met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.
Een tweede tip: organiseer eens een opleiding CAR voor jullie redactie. De kwaliteit kan er alleen maar bij winnen. Alle inlichtingen daaromtrent kan je krijgen bij het VVOJ (Vereniging van Onderzoeksjournalisten).
PS voor Journalinks: mag het volgend jaar niet gewoon ’Prijs’ zijn?
Abonneren op:
Posts (Atom)