zondag 22 januari 2012

Het wereldwijde neo-liberalisme in al zijn glorie

Tokyo Electric Power (Tepco), de exploitant van de gehavende kerncentrale in Fukushima zit sinds de ramp van 11 maart in grote problemen. Gisteren, niet toevallig op een zaterdag, horen we dat het dan ook voor een periode van tenminste 10 jaar genationaliseerd dient te worden.
Het fonds dat door de Japanse regering is opgericht om de gevolgen van het nucleaire ongeluk veroorzaakt door een aardbeving en een tsunami te beheren, moet 1000 miljard yen (10,3 miljard euro) investeren in de groep. Daardoor komt het onder de controle van de overheid.

Daar gaan we weer: "De regering"... "moet 1000 miljard yen (10,3 miljard euro) investeren in de groep".

Waarom koopt de staat dit bedrijf niet op voor 1 symbolische yen?
Natuurlijk in de huidige context, zien de aandeelhouders hun aandelen verwateren, maar ze blijven wel aandeelhouder, waardoor ze toch nog enigszins invloed kunnen uitoefenen. Al was het maar om er binnen 10 jaar, op het moment van de herprivatisering op de eerste rij te zitten wanneer hun aandelen zullen ont-verwateren.

Het is een al lange tijd goed ingestudeerd liedje.

We nationaliseren de verliezen gedurende 10 jaar, de bevolking betaalt de aangerichte brokken waarna het niet uitgesloten is om, eens de schade geleden is, de productiefste loten ervan weer te privatiseren aan een vriendenprijsje.

Wanneer we het hebben over "de schade is geleden" denken we natuurlijk aan de oprichting van een 'bad bank' die nog tientallen jaren daarna de verwerking van het afval en het onderhoud van de verontreinigde locaties voor haar rekening zal nemen. De privé zal de winstgevende brokken eruit pikken.

Kortom, zoals steeds, het wereldwijde liberalisme in al zijn glorie!

zondag 8 januari 2012

Een beetje Hongaarse televisie, om ons te troosten met die van ons

Op 1 januari trad de nieuwe Hongaarse grondwet, die talrijke tegenmachten, o.a. pers en justitie, serieus 'bijschaaft' in werking. Dat heeft in Boedapest geleid tot een grote nationale betoging. De organisatoren spraken van 100.000 man. Anderen telden er dan weer 30.000 of 70.000. Over een zaak was (bijna) iedereen het wel eens: er was veel volk opgekomen voor de grootste betoging ooit in het post-communistische Hongarije. Alleszins belangrijk genoeg om het journaal te halen. Hoewel die journaals blijkbaar niet dezelfde betoging hadden gezien.

De openbare omroep toonde vooral... lege straten (de twee beelden links op de fotomontage hiernaast). In tegenstelling daarvan bleef de zender van de oppositie langdurig hangen op beelden van grote massa's (de drie beelden rechts - Klik op de foto voor een close-up).
Een officiële televisiezender die een grote manifestatie doodzwijgt, bestaat dat nog in een EU-land? Ja, het bestaat nog steeds. En naar mijn gevoel niet alleen in Hongarije...

De fotomontage is afkomstig van een informatiesite over Hongarije, Hu-lala, in Boedapest opgestart door drie jonge Franse journalisten. Ik raad jullie aan om de site tussen jullie favorieten te zetten. Informatie over Hongarije is zeldzaam in de reguliere Belgische media, beperkt zich meestal tot de momenten van spanning en is ook vaak structureel binair (brave betogers versus slechte autocraat die ineens uit het niets opduikt. Enfin, jullie kennen het scenario ondertussen wel).

Sinds 10 december houden een aantal journalisten een hongerstaking aan de ingang van het gebouw van de staatstelevisie. Ze willen dat gestopt wordt met hen te vertellen wat ze mogen filmen, wie ze moeten interviewen en wat ze mogen zeggen.

Aan de andere kant van de stad luidt ondertussen de doodsklok voor het grootste onafhankelijke radiostation van het land, Klubrádió. Het station vult 80% van de zendtijd met nieuws en debatten. Dagelijks stemmen 500.000 luisteraars er op af (geen slecht resultaat voor een land van 10 miljoen inwoners). De Hongaarse equivalent van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) heeft in al haar wijsheid beslist frequentie 95.3, toe te kennen aan een ander zender dat meer gericht is op 'praktisch' nieuws en muziek. Gedaan met de debatten en het woord te geven aan de luisteraars. Klubrádió is bij justitie in beroep gegaan en hoopt tegen beter weten in dat daar nog redding van kan komen.

zondag 1 januari 2012

Argentinië, 10 jaar later

In december 2001 is Argentinië een land op drift. De economie is verlamd, faillissementen vermenigvuldigen zich en bijna de helft van de bevolking leeft beneden de armoedegrens.
Tien jaar later kent het land een recordgroei, Argentijnen eten weer naar hun honger en de werkloosheid is in de buurt van het historische laagtepunt. De heroriëntatie van het economisch beleid en het herstel van het staatsgezag zijn instrumenteel geweest in dit geweldige herstel.

Op 20 december 2001 verliet, na de ondertekening van zijn ontslagbrief, Fernando De la Rua per helikopter het Casa Rosada, het presidentiële paleis. Hij laat een land in puin en achtendertig doden na. Velen van hen werden gedood op de Plaza de Mayo vlak voor de ramen van het Rosada, waar de politie op demonstranten heeft geschoten.
Op 19 en 20 december trokken tienduizenden Argentijnen de straat op om te protesteren tegen de crisis en de "Corralito", het blokkeren van bankrekeningen, een paar weken eerder besloten door een overheid ten einde raad.

Gewurgd door de schuld, door soberheidsmaatregelen opgelegd door het IMF en de koppeling tussen de Argentijnse peso aan de dollar is het land sinds 1998 in een recessie. Maar de afdaling naar de hel kent geen einde. Terwijl de interim-presidenten komen en gaan word het land officieel failliet verklaard op 23 december 2001. Een paar dagen later volgt een scherpe devaluatie van de peso. Argentinië is op drift, ondergedompeld in chaos. De economie is verlamd, faillissementen nemen een hoge vlucht, de werkloosheid bereikt 25% en de helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Er is sprake van een terminale crisis.

Tien jaar later is alles veranderd.
In december 2001 waren de Argentijnen wanhopig. Vandaag de dag hebben ze een positieve kijk op de toekomst. Ondanks de groei van 8% per jaar sinds 2003 leeft nog steeds 20% van de bevolking in armoede en is (officieel) nog 7% van de bevolking werkloos maar het is wel een van de laagste cijfers ooit in de geschiedenis van het land. De bedrijfswinsten zijn gestegen maar ook de lonen. De Argentijnen consumeren weer.

Toen Argentinië het IMF de wacht aanzette

Hoe de ommezwaai verklaren? Argentinië heeft midden 2002 een doorstart gekend toen president Eduardo Duhalde, samen met zijn minister van Economie Roberto Lavagna, besloot zijn rug te keren naar het Internationaal Monetair Fonds. In plaats van het IMF te volgen dat, voorspelbaar, opriep tot meer soberheid om de staasschuld te kunnen betalen, ging de overheid prioriteit geven aan de strijd tegen de armoede. Grote budgetten werden bestemd voor sociale uitkeringen en een begin gemaakt met het herordenenen van de reële economie.

De vraag herstelde zich en de bedrijven konden eraan tegemoetkomen doordat ze de concurrentie aankonden dank zij de devaluatie. De machine begon opnieuw te draaien. De in 2003 tot president verkozen Nestor Kirchner zette de politiek voort en verdiepte dat beleid nog. Hij brak met het IMF en legde de crediteuren een korting van meer dan 50% op op de schuld met het argument dat Argentinië niet meer kon betalen. Met opgekalefaterde overheidsfinanciën en stijgende belastinginkomsten verhoogt Nestor Kirchner publieke investeringen in infrastructuur, onderwijs en sociale programma's.

Met hem en zijn vrouw Cristina Fernández de Kirchner, die hem in 2007 opvolgde, zijn het gezag en de rol van de staat hersteld. Met de economie op volle capaciteit, worden de pensioenen verhoogd en het kindergeld veralgemeend, terwijl de CAO's elk jaar een loonsverhoging voorzien met een percentage dat groter is dan de inflatie. Dat is dan ook de belangrijkste verklaring voor de triomfantelijke herverkiezing van Cristina Fernández de Kirchner, twee maanden geleden.

De Argentijnen hebben niet opgegeven

Indien de heroriëntatie van het economisch beleid, nu gericht op de sociale en de interne markt een belangrijke rol gespeeld heaft in deze dramatische ommekeer, hebben veel Argentijnen er ook toe bijgedragen door te weigeren op te geven op het ogenblik dat er geen einde aan de crisis leek te komen.

Net zoals Roberto, eigenaar van een KMO in de chemische industrie, die failliet ging in 2001: "Ik ging naar mijn leveranciers en ik zei: 'We zitten in hetzelfde schuitje. Als je me krediet geeft, zal ik mijn schuld terugbetalen met 10% opleg bij elke nieuwe bestelling'. En zo zijn we opnieuw begonnen. Ik nam ook een cruciale beslissing: ik ben gestopt te produceren voor alles en iedereen. Ik heb gekozen voor een niche, die van de zuivelfabrieken. Dat zijn kleine eenheden maar het zijn er een heleboel waardoor ik veel volume kon draaien en de risico's kan spreiden. De medewerkers die gebleven zijn waren akkoord om 30% op hun loon in te leveren. Ik zei hen: 'Eens de tsunami voorbij is, krijgen jullie weer jullie oude loon en we zullen proberen dat later te verbeteren'. En ik heb woord gehouden.

Er valt nog veel te doen. Maar dat Argentinië veranderd is trekt niemand in twijfel. Tien jaar geleden wilden de Argentijnen emigreren. Vandaag zijn er velen teruggekeerd. Volgens peilingen, zouden de Argentijnen trouwens de meest optimistische mensen in Latijns-Amerika zijn.

Le Cantal comme si vous y étiez...