vrijdag 7 april 2006

De NAVO is (weer maar eens) aan uitbreiding toe

De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) zou volgens Bush’ beleid nog verder moeten uitgebreid worden. De NAVO, een relict van de Koude Oorlog, moet volgens de Amerikaanse neoconservatieven ook nog Australië, Nieuw Zeeland, Japan, en Zuid-Korea tot haar rangen laten toetreden. De NAVO moet immers het instrument worden om bijvoorbeeld ’populistische’ overheden in Latijns-Amerika en mensenrechtenactivisten in Afrika te intimideren. In juni staat de NAVO’s eerste showoptreden in Afrika geprogrammeerd.

Voor de westkust, de olierijke westkust, zullen zowat 7.000 VS-, NAVO-, en Kaapverdische troepen een militaire oefening, codenaam "Live X," houden op de Kaapverdische eilanden Sao Vicente, Sal en Santo Antao.

Ook aan de andere kant van de Oceaan, laat de Bush-regering, in samenwerking met de NAVO, als een waarschuwing aan Venezuela en andere ’linkse’ regeringen, haar spierballen rollen tijdens militaire oefeningen.

In een herhaling van de zeemanoeuvres die de VS ’toevallig’ hield in de periode dat in april 2002 werd gepoogd de Venezolaanse President Hugo Chávez af te zetten, ontplooit de VS-marine van begin april tot eind mei, vanop haar vliegdekschip USS George Washington, gevechtstroepen in de waters voor de Venezolaanse kust: "Operation Partnership of the Americas" (sic).

Amerikaanse, Britse en Nederlandse soldaten trainen in Jamaica Caraïbische veiligheidstroepen als onderdeel van "Operations Tradewinds." In mei tenslotte zullen de VS samen met Canada, Frankrijk, Nederland én België (met ons ’populair’ marineschip Westdiep) onder andere op Curaçao en het Franse Guadeloupe in actie komen met in totaal vierduizend man. "Joint Caribbean Lion 2006" heet de oefening.

De Bush-regering gebruikt nu zijn neoconservatieve bondgenoten in de Nederlandse overheid om Chávez ervan te beschuldigen plannen te hebben de Nederlandse Antillen binnen te vallen. In een echo van het neoconservatieve taalgebruik van Bush, noemde de Nederlandse Minister van Defensie Henk Kamp Chávez een "onverdraagzame volkspopulist" die Aruba, Bonaire, en Curaçao (de zogenaamde "ABC-eilanden") wil binnenvallen.

De Venezolanen hebben uiteraard gereageerd op die volgens hen absurde bewering en gaven aan dat het net de Verenigde Saten zijn die vooruitgeschoven militaire luchtmachtbasissen (officiëel enkel bedoeld om aan drugsbestrijding te doen) hebben op Aruba en Curaçao. Maar alleen al daarom zou een invasie niet verstandig zijn. Als er al een bedreiging is voor de autonomie van Antillen, komt die eerder van Washington en zijn Nederlandse bondgenoten.

De neo-conservatieve Nederlandse overheid heeft via de uiteindelijk afgeblazen, in maart te houden “Ronde Tafelconferenties” (RTCs) met de Antillen en Aruba, geprobeerd om de eilanden te overtuigen haar gerechtelijke autonomie aan de centrale Nederlandse overheid af te staan. Dit in schril contrast tot de aan de gang zijnde inspanningen van de Antillen die willen dat Nederland de autonomie overdraagt aan de individuele eilanden en het federale systeem grotendeels afschaft.

Terwijl Bush en de Nederlanders Chávez beschuldigen een oogje te hebben op de ABC-eilanden, kan Washington ondertussen rustig doorgaan met het steunen van een separatistische beweging in de olierijke westelijke Venezolaanse provincie Zulia (50% van de olie-inkomsten en 20% van het BNP van Venezuela).

Manuel Rosales is er, na de vorige verkiezingen, één van de twee overblijvende Venezolaanse rechtse gouverneurs. Een recent opgerichte rechtse en "pro-business" groep Rumbo Propio (Eigen Weg) wil er in oktober een referendum houden over autonomie. Rumbo Propio’s voorzitter Néstor Suárez heeft ontkend dat zijn beweging onafhankelijkheid wil van Venezuela, zij willen immers enkel liever een president dan een gouverneur en een wetgevende senaat om de ’veiligheid’ beter te kunnen garanderen. Uiteraard zou een anafhankelijk/autonoom Zulia Bush goed uitkomen.

Andere Latijns-Amerikaanse landen met ’populistische’ regeringen mogen zich waarschijnlijk ook voorbereiden op dergelijke naar ’autonomie’ strevende groeperingen. In Bolivia, waar Evo Morales - een vriend van Chávez - enkele weken geleden tot president werd verkozen, zijn in het gasrijke Chaco-gebied ook separatischte groeperingen actief.

Maar niet alleen Latijns-Amerika bezit olie. De Verenigde Staten steunen onafhankelijkheids- of autonomiebewegingen in alle regio’s om op die manier olierijke gebieden te onttrekken aan het gezag van centrale regeringen die anti-Bush gezind zijn.

De parallellen tussen Zulia en Ahwaz in Iran zijn opvallend. In Iran bijvoorbeeld mag in Khuzestan, de 'Democratic Solidarity Party of Ahwaz' (nochtans een Arabische “partij van de massa’s” die geleid wordt volgens de principes van het democratisch centralisme) rekenen op de steun van de Amerikaanse en Britse geheime diensten in haar strijd voor meer autonomie. In het zuidwesten van Iran, grenzend aan Irak, ligt immers het olierijke en etnisch-religieus aan Irak verwante Khuzestan met in de nabijheid, net over de grens, Amerikaanse en Britse troepen. De sleutel tot de toekomst van Iran ligt waarschijnlijk in dat gebied.

De Beirut Daily Star voorspelt dat "de eerste stappen van een invasie zullen gezet worden door de bezetting van Iran’s olierijke provincie Khuzestan, waarbij de strategische Straat van Hormuz gecontroleerd wordt en de Iraanse oliebevoorrading kan afgesneden worden waardoor de rest van Iran zal moeten terugvallen op zijn beperkte voorraden".


Globalsecurity.org
noemt de invasiestrategie zelfs de "Khuzestan Gambit" met de scherpzinnig opmerking dat de provincie "dat ene grote vlakke stuk Iraans land is ten westen van het Zagrosgebergte. Zwaarbewapende Amerikaanse troepen kunnen snel Khuzestan bezetten en op die manier de controle overnemen over het grootste deel van Iran’s olie en niet-onbelangrijke gedeelten van de waterbevoorrading en opgewekte electriciteit."

In deze "Khuzestan Gambit" strategie, zouden Amerikaanse en Britse troepen een Arabische opstand steunen en op die manier het gebied omvormen tot een de facto autonoom protectoraat "Arabistan" of "Ahwaz" die uiteindelijk de controle overneemt van ’s lands olie-industrie. Door die streek in economische ’gijzeling’ te nemen denken de Amerikanen dan hun voorwaarden aan Teheran te kunnen dicteren. In het groteske denken van de Pentagon-strategen zou het wel eens kunnen dat de regerende ayatollah’s, doordat hun de toegang tot Iran’s olierijkdom ontzegd is, hun macht verliezen en zou er een nieuwe, door Iraanse hervormers geleide, revolutie kunnen uitbreken.

Maar het kan ook omgekeerd want in andere gebieden vormen onafhankelijkheidsbewegingen net een gevaar voor de oliebelangen van de Verenigde Staten. Daar steunt de Bush-regering dan weer de centrale regeringen met militair materiaal en anti-guerilla trainingen. Voorbeelden hiervan zijn het olierijke "Aceh" in het noordwesten van Sumatra op Indonesië, de Angolese Cabinda-enclave en het Delta-gebied van Nigeria.

Er is echter een maar. De ’strategische’ gebieden liggen verspreid over de hele wereld. Het is, ook voor de Amerikanen, onmogelijk alles te controleren. De NAVO lijkt daarom een uitstekend instrument om die strategie te ondersteunen. De NAVO moet dan wel groter, sterker en, vooral, overal aanwezig zijn: tot in Azië en Oceanië toe.

De NAVO is (weer maar eens) aan uitbreiding toe

worden. De NAVO, een relict van de Koude Oorlog, moet volgens de Amerikaanse neoconservatieven ook nog Australië, Nieuw Zeeland, Japan, en Zuid-Korea tot haar rangen laten toetreden. De NAVO moet immers het instrument worden om bijvoorbeeld 'populistische' overheden in Latijns-Amerika en mensenrechtenactivisten in Afrika te intimideren.

In juni staat de NAVO's eerste showoptreden in Afrika geprogrammeerd.

Voor de westkust, de olierijke westkust, zullen zowat 7.000 VS-, NAVO-, en Kaapverdische troepen een militaire oefening, codenaam "Live X," houden op de Kaapverdische eilanden Sao Vicente, Sal en Santo Antao.

Ook aan de andere kant van de Oceaan, laat de Bush-regering, in samenwerking met de NAVO, als een waarschuwing aan Venezuela en andere '{linkse}' regeringen, haar spierballen rollen tijdens militaire oefeningen.

In een herhaling van de zeemanoeuvres die de VS '{toevallig}' hield in de periode dat in april 2002 werd gepoogd de Venezolaanse President Hugo Chávez af te zetten, ontplooit de VS-marine van begin april tot eind mei, vanop haar vliegdekschip USS George Washington, gevechtstroepen in de waters voor de Venezolaanse kust: "Operation Partnership of the Americas" (sic).

Amerikaanse, Britse en Nederlandse soldaten trainen in Jamaica Caraïbische veiligheidstroepen als onderdeel van "Operations Tradewinds."

In mei tenslotte zullen de VS samen met Canada, Frankrijk, Nederland én België (met ons '{populair}' marineschip Westdiep) onder andere op Curaçao en het Franse Guadeloupe in actie komen met in totaal vierduizend man. "Joint Caribbean Lion 2006" heet de oefening.


De Bush-regering gebruikt nu zijn neoconservatieve bondgenoten in de Nederlandse overheid om Chávez ervan te beschuldigen plannen te hebben de Nederlandse Antillen binnen te vallen. In een echo van het neoconservatieve taalgebruik van Bush, noemde de Nederlandse Minister van Defensie Henk Kamp Chávez een "{onverdraagzame volkspopulist}" die Aruba, Bonaire, en Curacao (de zogenaamde "ABC-eilanden") wil binnenvallen. De Venezolanen hebben uiteraard gereageerd op die volgens hen absurde bewering en gaven aan dat het net de Verenigde Saten zijn die vooruitgeschoven militaire luchtmachtbasissen (officiëel enkel bedoeld om aan drugsbestrijding te doen) hebben op Aruba en Curacao. Maar alleen al daarom zou een invasie niet verstandig zijn.

Als er al een bedreiging is voor de autonomie van Antillen, komt die eerder van Washington en zijn Nederlandse bondgenoten. De neo-conservatieve Nederlandse overheid heeft via de uiteindelijk afgeblazen, in maart te houden “Ronde Tafelconferenties” (RTCs) met de Antillen en Aruba, geprobeerd om de eilanden te overtuigen haar gerechtelijke autonomie aan de centrale Nederlandse overheid af te staan. Dit in schril contrast tot de aan de gang zijnde inspanningen van de Antillen die willen dat Nederland de autonomie overdraagt aan de individuele eilanden en het federale systeem grotendeels afschaft.

Terwijl Bush en de Nederlanders Chávez beschuldigen een oogje te hebben op de ABC-eilanden, kan Washington ondertussen rustig doorgaan met het steunen van een separatistische beweging in de olierijke westelijke Venezolaanse provincie Zulia (50% van de olie-inkomsten en 20% van het BNP van Venezuela).

Manuel Rosales is er, na de vorige verkiezingen, één van de twee overblijvende Venezolaanse rechtse gouverneurs. Een recent opgerichte rechtse en "pro-business" groep Rumbo Propio (Eigen Weg) wil er in oktober een referendum houden over autonomie. {Rumbo Propio's} voorzitter Néstor Suárez heeft ontkend dat zijn beweging onafhankelijkheid wil van Venezuela, zij willen immers enkel liever een president dan een gouverneur en een wetgevende senaat om de '{veiligheid}' beter te kunnen garanderen.

Uiteraard zou een anafhankelijk/autonoom Zulia Bush goed uitkomen. Andere Latijns-Amerikaanse landen met '{populistische}' regeringen mogen zich waarschijnlijk ook voorbereiden op dergelijke naar '{autonomie}' strevende groeperingen. In Bolivia, waar Evo Morales - een vriend van Chávez - enkele weken geleden tot president werd verkozen, zijn in het gasrijke Chaco-gebied ook separatischte groeperingen actief.

Maar niet alleen Latijns-Amerika bezit olie.

De Verenigde Staten steunen onafhankelijkheids- of autonomiebewegingen in alle regio's om op die manier olierijke gebieden te onttrekken aan het gezag van centrale regeringen die anti-Bush gezind zijn.
De parallellen tussen Zulia en Ahwaz in Iran zijn opvallend.

In Iran bijvoorbeeld mag in Khuzestan, de Democratic Solidarity Party of Ahwaz (nochtans een Arabische “partij van de massa's” die geleid wordt volgens de principes van het democratisch centralisme) rekenen op de steun van de Amerikaanse en Britse geheime diensten in haar strijd voor meer autonomie. In het zuidwesten van Iran, grenzend aan Irak, ligt immers het olierijke en etnisch-religieus aan Irak verwante Khuzestan met in de nabijheid, net over de grens, Amerikaanse en Britse troepen. De sleutel tot de toekomst van Iran ligt waarschijnlijk in dat gebied.

De {Beirut Daily Star} voorspelt dat "{de eerste stappen van een invasie zullen gezet worden door de bezetting van Iran's olierijke provincie Khuzestan, waarbij de strategische Straat van Hormuz gecontroleerd wordt en de Iraanse oliebevoorrading kan afgesneden worden waardoor de rest van Iran zal moeten terugvallen op zijn beperkte voorraden}".

Globalsecurity.org noemt de invasiestrategie zelfs de {{"{Khuzestan Gambit}"}} met de scherpzinnig opmerking dat de provincie "{dat ene grote vlakke stuk Iraans land is ten westen van het Zagrosgebergte. Zwaarbewapende Amerikaanse troepen kunnen snel Khuzestan bezetten en op die manier de controle overnemen over het grootste deel van Iran's olie en niet-onbelangrijke gedeelten van de waterbevoorrading en opgewekte electriciteit.}"

In deze {{"{Khuzestan Gambit}"}} strategie, zouden Amerikaanse en Britse troepen een Arabische opstand steunen en op die manier het gebied omvormen tot een de facto autonoom protectoraat "{Arabistan}" of "{Ahwaz}" die uiteindelijk de controle overneemt van 's lands olie-industrie. Door die streek in economische '{gijzeling}' te nemen denken de Amerikanen dan hun voorwaarden aan Teheran te kunnen dicteren. In het groteske denken van de Pentagon-strategen zou het wel eens kunnen dat de regerende ayatollah's, doordat hun de toegang tot Iran's olierijkdom ontzegd is, hun macht verliezen en zou er een nieuwe, door Iraanse hervormers geleide, revolutie kunnen uitbreken.

Maar het kan ook anders want in andere gebieden vormen onafhankelijkheidsbewegingen net een gevaar voor de oliebelangen van de Verenigde Staten. Daar steunt de Bush-regering dan weer de centrale regeringen met militair materiaal en anti-guerilla trainingen. Voorbeelden hiervan zijn het olierijke Aceh in het noordwesten van Sumatra op Indonesië, de Angolese Cabinda-enclave en het Delta-gebied van Nigeria.

Er is echter een maar. De '{strategische}' gebieden liggen verspreid over de hele wereld. Het is, ook voor de Amerikanen, onmogelijk alles te controleren. De NAVO lijkt daarom een uitstekend instrument om die strategie te ondersteunen. De NAVO moet dan wel groter, sterker en, vooral, overal aanwezig zijn: tot in Azië en Oceanië toe.