zondag 14 september 2003

Ondanks toename van investeringen blijven Afrika en Latijns-Amerika arm

Vorig jaar kwam een einde aan de daling die de buitenlandse investeringen drie jaar lang kenmerkten. De VN-organisatie Unctad becijferde in het ’World Investment Report’ dat bedrijven vorig jaar 648 miljard dollar investeerden in andere landen.

 De groei is, met uitzondering voor Afrika, een wereldwijd fenomeen.Vorig jaar kwam een einde aan de daling die de buitenlandse investeringen drie jaar lang kenmerkten. De VN-organisatie Unctad becijferde in het ’World Investment Report’ dat bedrijven vorig jaar 648 miljard dollar investeerden in andere landen. De groei is, met uitzondering voor Afrika, een wereldwijd fenomeen.

 Enerzijds behouden, ondanks het feit dat de tien grootste dalers in de lijst van ontvangende landen industrielanden zijn, de Verenigde Staten hun leiderspositie als grootste magneet van buitenlands kapitaal. Ze worden gevolgd door Groot-Brittannië en China.

 Maar anderzijds gingen een derde van de investeringen in 2004 naar ontwikkelingslanden - het grootste aandeel sinds 1997. Al is de verdeling erg ongelijk, zowel mondiaal als regionaal.
De regio Azië en de Stille Zuidzee spant opnieuw de kroon wat betreft zowel volume als groei: 148 miljard dollar - een stijging met 46 procent. China is voor het zoveelste jaar op rij de grootste ontvanger van buitenlandse investeringen. China en Hongkong zijn goed voor tweederde van alle investeringen in Azië. "Je kan China nog steeds als een ontwikkelingsland zien", zegt Kell, "want er zijn in dat land nog grote gebieden die straatarm zijn. Buiten de steden leven nog een half miljard mensen in armoede."

Een belangrijke trend, de knik in de curve kunnen we wel stellen, is dat ontwikkelings- en transitielanden zich steeds meer aan overzeese investeringen wagen.

 Een steeds groter deel zijn immers Zuidzuid-investeringen, en dat is grotendeels te danken aan de Chinese queeste voor olie. China is immers niet langer enkel een magneet van buitenlands kapitaal maar investeert ook steeds meer in andere landen. Dat heeft uiteraard in de eerste plaats te maken met de groeiende behoefte naar olie. Chinese investeerders hebben zich op Afrika en Latijns-Amerika gestort om de velden daar te ontsluiten.

Afrika

 Franse, Nederlandse, Zuid-Afrikaanse en Britse bedrijven zijn de belangrijkste investeerders in Afrika. Die landen zijn samen goed voor de helft van de investeringen in het continent dat amper 18 miljard dollar aantrok - een status quo in vergelijking met 2003.

 In vergelijking met de andere regio’s in het Zuiden is Afrika terra incognita voor bedrijven. Afrika trekt amper drie procent van de wereldwijde internationale investeringen aan. Ook de groei is ondermaats. In vergelijking met 2003 steekt de Afrikaanse status quo af tegen de Latijns-Amerikaanse en Aziatische groei van 44 en 46 procent.

 Ook op langere termijn volgt Afrika de internationale trend van groeiende investeringen onvoldoende. De buitenlandse investeringen in Afrika stegen tussen 1994 en 2004 van acht naar twintig dollar per hoofd van de bevolking. In China alleen al investeren bedrijven nu 46 dollar per hoofd van de bevolking.

Het verschil is te verklaren doordat de Afrikaanse markten nog steeds bijna uitsluitend gericht zijn op de export van olie en andere grondstoffen. "Afrika trekt traditioneel investeringen aan naar enclaves die georiënteerd zijn op de export van basisgrondstoffen. Een export die weinig banden heeft met de rest van de economie", stelden de onderzoekers van Unctad eerder deze maand al in het rapport "Rethinking the Role of Foreign Direct Investment".

 Bovendien is de Afrikaanse groei niet duurzaam, zo blijkt uit het nieuwe rapport. De 18 miljard dollar investeringen van 2004 zijn grotendeels te danken aan de hoge olieprijzen. Olielanden als Nigeria, Angola, Equatoriaal-Guinea, Soedan en Egypte zijn de grootste magneten van buitenlands kapitaal. Samen zijn die vijf landen goed voor de helft van de buitenlandse investeringen in Afrika. Afrika is duidelijk geen prioriteit voor bedrijven. Als je de olie en de basisgrondstoffen wegdenkt, hou je niet veel meer over".

"Ik verwijs altijd naar Zambia", zegt George Djolov, de hoofdeconoom van de Kamers van Koophandel in Industrie van Zuid-Afrika. "Schitterende investeringscijfers in de jaren 70. Maar toen de koperprijs daalde, ging alles verloren."

Latijns-Amerika en de Caraïben

 Anders loopt het in Latijns-Amerika en de Cariben. Na vier opeenvolgende jaren van achteruitgang groeiden de buitenlandse investeringen in 2004 met 44% tegenover 2003. 68 miljard dollar: zoveel investeerden buitenlandse, vooral Amerikaanse en Europese bedrijven. Een stijging die, als is ze weliswaar 80 miljard dollar minder in absolute cijfers, niet moet onder doen voor de groei in Azië en de Stille Zuidzee.

In Brazilië en Mexico rinkelt de kassa het luidst - samen streken ze meer dan 52 procent van de investeringen op. Die landen, de grootste en meest volkrijke landen van de regio, investeren ook het meeste in de rest van de wereld. Mexicaanse en Braziliaanse bedrijven alleen al pompten 11 miljard dollar in het buitenland. In Mexico zijn cementgigant Cemex en het telecombedrijf América Móvil en in Brazilië het staatsoliebdrijf Petrobras de grote investeerders.

Dat er opnieuw geïnvesteerd wordt is goed nieuws voor bedrijven die international actief zijn in Latijns-Amerika en de Cariben. Maar ook hier hebben de cijfers voor de 224 miljoen armen en de 96 miljoen extreme armen in de regio weinig betekenis. "Buitenlandse investeringen zorgen op zich niet voor meer sociale ontwikkeling", zegt Tagi Sagafi-nejad, een Texaanse professor die lid is van het panel dat het rapport van de VN-organisatie Unctad gisteren in Mexico-stad voorstelde. "Of er een herverdelingseffect is, hangt rechtstreeks af van de rol die de overheid in elk land wil spelen", voegt Cristina Casanueva toe, een Mexicaanse professor die meewerkte aan de studie.

Als het op herverdeling aankomt, zijn er weinig regio’s in de wereld die slechter scoren dan Latijns-Amerika. In 2003 becijferde de Wereldbank in het rapport "Inequality in Latin America and the Caribbean: Breaking With History?" de ongelijkheid: de rijkste tien procent van de bevolking strijkt de helft op van het totale inkomen - de armste tien procent slecht 1,6 procent. "De ongelijkheid dringt door in elk aspect van het leven: het onderwijs, de gezondheidszorg, de overheidsdiensten, de landverdeling, de toegang tot krediet en jobs en de politieke invloed", stelt die studie.