woensdag 23 januari 2013

Emma - 2


De man met het geschoren hoofd keek in Emma’s ogen, een beetje verbaasd, en zei heel zachtjes:
"Kijk, ik heb echt haast!"
"Hoe ga je naar het station?"
"Mijn auto staat op de parking."
 "Haast je dan, anders mis je nog je trein."

Emma pakt zijn hand en leid hem naar de parking. Ze voelt zich goed met die hand in de hare. r hand en leidt haar naar de parkeerplaats. Ze is zeer comfortabel met deze hand in de hare.
Ze loopt snel, haar stappen perfect  aangepast aan de zijne. Ze slingeren zich door de menigte.

Tijdens het lopen, zegt ze plots:
 "Hoe dan ook, waar ga je eigenlijk naartoe?"
 "Praag."
"Welk station?"
"Zuid."

Bij zijn auto aangekomen, de nieuwe Audi A4, activeert hij het automatisch openen van de deuren. Voor hij instapt vraagt hij:
"Hoe heet je?"
  "Emma en jij?"
  "Olivier."
   "Olivier, hm… daar hou ik wel van…"

Ze stapt in, zet haar tas aan haar voeten en klikt de veiligheidsriem vast.
Olivier start de motor. Hij begrijpt niet echt hoe hij in deze situatie is verzeild geraakt, het overvalt hem een beetje, hij vraagt liefjes:
"Goed, kan je me vertellen wat je van plan bent?"
"Ja... heb je een naamkaartje?"
"Ja... wil je er een?"

Emma zucht en slaat haar ogen op naar het dak:
"Natuurlijk ..."
"In het handschoenenkastje..."

"Olivier Séméniako. Oh… vind ik leuk! Erg leuk zelfs, Olivier Séméniako, het heeft een goede exotische kant, energiek en avontuurlijk. Fotograaf van wat?"
"Kunstfotografie... Enfin, zo noemen ze dat…"
"Oh, nee! Ik haat kunst!"
"Ik ben blij dat te horen. Waarom ben je hier?"
"Voor niets, ik heb me bedacht!"
"Wat wilde je dan eerst?"
"Van je houden, samenleven, zonder kinderen, ik kan er geen meer krijgen!"
"Des te beter, ik wil er ook niet aan beginnen!"
"Dat is echt niet grappig! Je was perfect...  De ideale man. Hoe stom! Ik stap uit, wil je stoppen zo snel je kunt?"
"Jammer, ik begon net van je te houden... ik kan ophouden met kunstfoto’s te maken als je wilt?"
"Echt waar... zou je dat doen?"
"Ja, als het moet."
"Ja, het moet... Ik moet mij houden aan mijn regel... gewoon mijn regel..."
"Welke?"
"Mijn nieuwe levensregel."
"Hij heeft besloten dat je van me houdt en dat ik geen kunstfoto’s meer mag maken, die nieuwe levensregel?"
"Juist!"
"Wat heeft hij nog besloten, die regel?"
"Geen alcohol, geen tabak, geen joints, geen nachtbraken, geen haar, helemaal geen reputatie... alleen maar gewoon gewoon... en alles wat daarbij hoort, recente auto, flatscreen, hopen dvd’s en cd’s, open keuken, huisje, tuintje... maar geen kinderen, je weet toch waarom? Anders hoorde het er ook bij. Let op, we kunnen er nog altijd adopteren!"
"Pfff! Ik weet niet echt of ik van je regel hou!"
"Nu, je moet het me toch wel snel laten weten hoor!"
"Hoe snel moet ik beslissen?"
"Ik wil je niet onder druk zetten! Zet me maar af aan de beurs, ik stuur je vanavond een email, ik stuur je foto’s van mij… we leren elkaar langzaam kennen. Wat ga je doen in Praag?"
"Ik ga er wonen…"
"Perfect... Ik denk dat ik het er leuk zou vinden... Goed, je ben dus akkoord?"
"Ik ben bijna een beetje teleurgesteld, ik dacht dat je meeging met de trein, zoals je bezig was…"
"Niet overdrijven hé, ik heb ook recht op 7 dagen bedenktijd!

De auto komt aan bij de beurs, ze stapt snel uit en zegt voor ze de deur toeslaat:
"Vergeet me niet te antwoorden... en stuur me foto's... van U! Geen kunst! Vooral geen kunst!"

Wordt (misschien) vervolgd...

zaterdag 19 januari 2013

Ach, waren jullie nu maar hier!


Niet omdat ik mij eenzaam en verlaten voel, integendeel, in mijn altruïsme denk ik alleen aan jullie lichamelijk en geestelijk heil. En dat van uw kroost.

Bij jullie is het koud. Vriest het. Min twee zegt mijn computer. En die kan het weten.
Hier is het warm. Plus zes zegt hij.
Bovendien schijnt momenteel de zon. Stralend blauw is de hemel niet maar op die paar verloren gewaaide wolkjes na lijkt het wel zo.

Bij jullie ligt er sneeuw. Hier ook. Jullie sneeuw zal nu al verworden zijn tot een bruine smurrie. Ik heb er gewoond, daar bij jullie, ik kan het dus weten. Hier is ie nog maagdelijk wit. Met hier en daar een steen of een graspol die er opstandig bovenuit steekt.

En in tegenstelling tot de praktijken bij jullie mogen kinderen hier nog kinderen zijn. Zelfs volwassenen kunnen hier nog kind blijven. Of worden. Hier geen gas-boetes voor het gooien van sneeuwballen of het maken van –mannen. Je  ruikt en proeft nog wat zorgeloosheid is.

Je kunt ook mooi wandelen. In die sneeuw van ons. De wegen zijn geruimd. Zonder zout doen ze dat. De sneeuwruimer en wat grind en hop, de baan is weer bruikbaar. Aan grind zullen we hier nooit gebrek hebben trouwens. We hebben hier bergen. Massa’s bergen. Een mooi eindproduct van bergen is grind. Dat van dit jaar is lichter van kleur dan dat van verleden jaar heb ik gemerkt. Hier en daar liggen nog wat hoopjes grind van de vorige winter, vandaar. Je merkt onmiddellijk het kleurverschil.

Ook de paadjes zijn begaanbaar. Niet alle, dat is waar, maar toch vele. Je kunt vaak tellen hoeveel mensen je vooraf gegaan zijn op het pad. Je  ziet zelfs of het mannen, vrouwen of kinderen waren. Ook of ze gehaast waren of slenterden, bleven staan bij dat kabbelende beekje of die ijspegels die van de takken druipen. De hond was, aan zijn afdrukken te zien, alleszins groot. En jong waarschijnlijk want hij rende op en neer. Het was trouwens een mannetje. Dat kan je allemaal aflezen in onze sneeuw.

In het dorp hangt ook geen kerstversiering. De laatste keer dat daarvan sprake was moet dateren van vele jaren geleden. Toen er misschien ook hier melige kerstliederen uit goedkope luidsprekers jengelden. Nu zijn de straten leeg. Er woont dan ook niet veel volk meer in mijn dorp. Mocht iedereen tegelijkertijd buitenkomen zou je nog geen volkstoeloop hebben.

De bakker en de superette zijn toe. Binnen twee uren gaan ze pas weer open. Met wat geluk heb je bij de bakker dan nog keuze. In de superette moet je je beperken tot de 6 soorten groenten die ze aanbieden. Iedere dag kan je een andere groente eten, de zevende dag haal je gedroogde linzen of erwten uit je voorraadkast. Je maakt een dikke wintersoep. Met look, uien wat kippen- of runderbouillon smaakt dat heerlijk. Jammer dat de munt uit de tuin er de brui aan heeft gegeven met deze kou. Munt is een linzensoep geeft zulk een frisse smaak!

Stilte heerst ook in het hotel-café-restaurant. De houten stoelen en tafels staan er werkeloos bij. Vandaag ben je de tweede klant. De eerste zit op een barkruk. ‘Bonjour’ zeg je. ‘Bonjour’ zegt hij. En je geeft hem een hand. Iedereen zegt hier bonjour. Zelfs als je een onbekend iemand ontmoet midden op straat. Op café geef je iedereen een hand als je binnenkomt. Dat hoort zo. Zij zouden hetzelfde doen als jij er het eerst zou zitten. Dat hoort ook zo.

‘Un café et un calva’ vraag je terwijl je aan de rits van je jas frunnikt, je sjaal ontknoopt en je béret basque afzet. De koffie is straf, de calvados van uitstekende kwaliteit. 

In ‘La Montagne’ zoek je naar de weersvoorspelling voor de volgende dagen. Mooi, het gaat nog sneeuwen maar de temperaturen blijven overdag boven nul. ’s Nachts blijft het vriezen, weliswaar minder dan deze week toen het donderdag min vijftien was. Dat stoorde geeneens, ’s nachts slaap je. Onder een warm dekbed. Als je wakker word hoor je dan trouwens ook alleen de stilte en het fluisteren van de sneeuwvlokjes die zich voorzichtig neervlijen.

dinsdag 15 januari 2013

Emma - 1

Emma is 50 en al voor de derde maal weduwe.

Emma had altijd al een zwak gehad voor 20 jaar oudere venten. Venten die zich hoe dan ook heel hun leven als opgeschoten pubers bleven gedragen. Lange, magere gozers in jeans en oudmodische hemden, de grijs- of witgeworden haren in de wind,  een zelfgerolde peuk of joint in de mondhoek, rijdend in oude roestbakken, iedere avond met de maten  sloten alcohol  zuipend,  de nachten altijd te kort, kunstenaars, schilders of beeldhouwers met een langzaam opgebouwde en hoog te houden reputatie... Resultaat, ze stierven als vliegen. 

Emma is het beu, beu weduwe te zijn en ook de oude pubers beu. Ze houden het niet uit! 
Het moet veranderen. Een ander genre vent. En snel. Vandaag nog als het even kan.

Mooi is ze, Emma. 1,68 meter, zonder enige inspanning slank, nooit make-up, een donkere teint, lichte rimpels rond de ogen, geprononceerde lippen, een niet-perfecte maar rechte neus, ze kleedt zich… ach, wat maakt het ook uit! Emma heeft gewoon die sympathieke look van mensen die zich niet bewust zijn van zichzelf.

Emma is op weg naar de Fnac. Ze wil een camera kopen om de oude Leica te vervangen.

Emma, van wie sinds 1 jaar en 4 maanden geen foto’s meer zijn gemaakt is van plan om die dan maar zelf te maken. En ook, thuis verveelt ze zich al 1 jaar en 4 maanden. Het zal haar bezighouden. Ze kan niet meer tegen de slapeloosheid en het lezen van boeken (één per dag). Ze heeft geen tv, geen kinderen, geen familie, geen vrienden, ze zijn allemaal verdwenen met de dood van Theo.

Toen ze jong was had ze eigen vriendinnen (geen mannen, mannen waren minnaars), maar door haar manier van ongebreideld leven en haar “te mijden” echtgenoten is de één na de ander gevlucht.

In de fotoafdeling stapt Emma naar de uitgestalde dure Canon 5D toestellen. Vóór haar, in profiel, praat een man met de verkoper. Hij is nauwelijks groter dan zij, geschoren hoofd, een mooie schedel, hij draagt witte sneakers en een wit overhemd bovenop Diesel design-jeans, zijn stem een beetje hees, vriendelijke, groene ogen, fijne gelaatstrekken en alleszins, als je mag afgaan op zijn rechterprofiel, weinig rimpels. Onmogelijk te weten of hij 35, 40 of 50 is. Een jong silhouet, kalme gebaren, een bepaalde sereniteit… Geen roker, denk Emma, dat is zeker. En in die zaken is ze experte.

Hij luistert beleefd, hij weet wat hij wil maar laat de verkoper zijn job doen.
“Dank U, ik neem deze en dat objectief, maakt u mijn fiche op?“ 
“Doe mij ook maar, ik neem hetzelfde“ , zegt Emma.
Beiden draaien zich naar haar.
De verkoper, nauwelijks verbaasd, vraagt: En het objectief?“ 
Emma: “Ook hetzelfde.“ 
De verkoper: “Ieder zijn beurt, als u even wil wachten?“ 
Emma: “Ja, maar ik mag deze man niet uit het oog verliezen”, en ze wijst naar de man met het geschoren hoofd, “laat het dus vooruitgaan!”
De man met het geschoren hoofd: “Ik?” 
Emma: “Ja.” 
De man: “Waarom mag U mij niet uit het oog verliezen?”
Emma: “Omdat ik U net ontdekt heb.”
De man: “Ah, hoezo?”
Emma: “Dat vertel ik U straks in Uw auto.”
De man: “Het is dat ik nogal gehaast ben, binnen een uur heb ik een trein.”
Emma: “Dat is niet erg.”
De man: “Ik heb echt heel weinig tijd, weet U…”
Emma: “En ik? Denkt U dat ik er heb op mijn vijftigste? 

Wordt (misschien) vervolgd...