woensdag 21 november 2007

Biobrandstof: het groene goud?

De Co2-emissies door het wegtransport zijn tussen 1990 en 2004 met 26% gestegen. Sinds 1993 zijn de Europese Commissie en de autoindustrie in bespreking hoe ze de Co2 emissies van auto's kunnen verminderen. Tot nog toe hebben de fabrikanten de zaak kunnen vertragen en de normen kunnen verwateren. Schijnbaar komt daar nu een eind aan. Onder druk van het klimaatdebat (en de film van Al Gore) besloot de Commissie een tandje bij te steken. Vandaag is het officiële gemiddelde Co2-uitstoot van een auto 163 gr/km. Dat moest naar 120 gr/km. Onder druk van de constructeurs zal het maar 130 gr/km worden. Er zal dan ook op veel paarden moeten gewed worden om de nieuwe grens tegen 2012 te bereiken. De roep om de 'bio'brandstoffen is er des te groter van geworden.

'Bio'diesel en 'bio'ethanol worden nu immers beschouwd als hét alternatief voor fossiele brandstoffen. Vooral bij ons zouden zij onze auto’s, vrachtwagens, moto’s en brommers "klimaatvriendelijker” moeten maken om op die manier ons geweten weer wat te sussen.

In Europa, de Verenigde Staten, Brazilië en Azië worden miljarden geïnvesteerd in het kweken en de verwerking van maïs, sojabonen, raapzaad, suikerriet en -bieten, palmolie of tarwe om ethylalcohol en biodiesel voor onze auto’s te produceren.

De brandstofindustrie roept luid dat de toekomst van onze EU-boeren eerder in het kweken van energiegewassen dan voedingsgewassen ligt, waarvan de prijzen dan nog dalen. "Onze boeren zijn de oliesjeiks van morgen", zoals Renata Känast, de Grünen-minister van Consumentenbescherming, Voedsel en Landbouw in de laatste regering van Schröder, het ooit stelde.

Maar vandaag al is de Europese productie ontoereikend om aan de binnenlandse vraag te voldoen. Iedere dag wordt goedkope palm- en sojaboonolie in enorme vrachtschepen vanuit Zuid-Amerika, Maleisië en Indonesië naar Europa verscheept.

De hoge vlucht van de toenemende vraag naar biobrandstoffen heeft enorme gevolgen voor milieu en mens.

In Brazilië verhinderen zowat 200 massieve suikeraanplantingen en ethylalcoholfabrieken het kweken van rijst, maïs en bonen om de armen te voeden. De Indische overheid publiceerde verleden jaar een paginagrote reclame in de kranten waarin de bioenergiecultuur voorgesteld werd als een "win-win situatie voor onze boeren en onze economie". Vandaag voert India al graangewassen uit naar Europa terwijl er op dat subcontinent meer hongerende mensen zijn dan in Afrika.

De honger naar land voor brandstofaanplantingen neemt datzelfde land af van kleine boeren in ontwikkelingslanden en vernietigt er de traditionele cultuur en eigendomsstructuren.

Sawit Watch, een Indonesisch netwerk van lokale organisaties dat zich verzet tegen het verlies van land en bestaansmogelijkheden aan grootschalige oliepalmplantages, bracht verleden jaar een bezoek aan het Europees Parlement en vertelde er over de strijd om het land en over de verarming van de plaatselijke kleine boeren. Zij worden er verdreven van hun leefruimte - vaak bossen - om plaats te maken voor de cultuur van palmolie. Sinds 1999 is het gebied bestemd voor de cultuur van de oliepalm in Indonesië uitgebreid van drie naar vijf miljoen hectaren. De kleine boeren en landeigenaars die er woonden migreren naar krottenwijken aan de rand van de grootstad en kunnen er alleen in hun levensonderhoud voorzien in de informele sector. Het alternatief voor hen die achterblijven is als seizoenarbeiders 12 tot 14 uren per dag hard werken op de plantages. Dat is de enige reden waarom palmolie zo goedkoop is.

Onlangs hebben in Nairobi de regeringen gedebateerd over de toekomst van het Kyoto Protocol en over de te nemen maatregelen om de impact van de klimaatverandering te voorkomen. Maar tot nog toe hebben zij één van de grootse bronnen van CO²-uitstoot veronachtzaamd: de vernietiging van drasland en bossen in ontwikkelingslanden. De jaarlijkse emissie door de continue turf- en bosbranden zijn vijf keer hoger dan de jaarlijkse emissieverminderingen die volgens het Kyoto-protocol moeten gehaald worden tegen 2012.

De impact is ook tragisch voor het milieu. De gronden raken uitgeput door de, vaak door onze banken meegefinancierde, monocultuur. Pesticiden en meststoffen vergiftigen het grondwater. Dat reeds schaarse water wordt dan nog gebruikt voor de groei van gewassen voor de uitvoer. De ASEAN riep daarover in 2006 een crisiszitting bijeen.

Zware smog die in oktober 2006 de hemel van Indonesië en de buurlanden wekenlang verduisterde, leidde tot politieke spanningen in het gebied. De Indonesische president Yudhoyono diende zich bij zijn buurlanden te verontschuldigen voor de luchtvervuiling. De smog was veroorzaakt door massale verbranding van tropisch bos om land te winnen voor de oliepalm- en sojabooncultuur.

Nog een gevolg is het dramatische decimeren van de biodiversiteit. Indonesië offert haar tropische bossen op voor duizenden vierkante kilometers monocultuur "industrieel bos". Het land stoot nu, dank zij de palmolieplantages, na de Verenigde Staten en China het meeste broeikasgassen uit. In Sumatra en Borneo, vernietigt de landontruiming de resten van de habitat van bedreigde diersoorten zoals orangoetans, bosolifanten en tijgers. Maar ook in Brazilië is het niet anders: er worden miljoenen hectaren regenwoud ontruimd voor sojaboon- en suikerrietcultuur.

Vorig jaar nog, probeerde de Braziliaanse milieuorganisatie Fuconams om de aandacht op deze verwoestingen te vestigen. Bij een demonstratie in de federale staat van Mato Grosso do Sul in november 2005 stak Fuconams-voorzitter Anselmo De Barras zichzelf in een wanhoopsdaad in brand. De beelden haalden zelfs ons televisienieuws niet.

De versnelde cultuur van biobrandstoffen baant de weg voor de gevaarlijke concurrentie tussen de wereld van de ruwweg 800 miljoen autoeigenaars en de twee miljard mensen die onder de armoedegrens leven. Wij moeten absoluut onze mobiliteitspatronen veranderen. Doen we dat niet dan zullen we moeten leven met het besef dat we het voedsel van de minstbedeelden stelen om onze auto’s, vrachtwagens, moto’s en brommers te kunnen voeden.

We zijn voorwaar goed bezig…

Geen opmerkingen: