dinsdag 21 mei 2013

Het Argentinië van Videla en de Verenigde Staten van Kissinger

We mochten ons dit weekend verheugen op de dood van de voormalige Argentijnse dictator Jorge Videla. Videla, telg uit een militair geslacht en diepgelovig  katholiek, die in een zeldzaam interview zei dat het enige dat hij mistte toen hij onder huisarrest stond het feit was dat hij niet naar de mis kon gaan.
 
Plaats en uur van begrafenis zijn voorlopig geheim. De optie dat hij vanuit een vliegtuig in de oceaan zou worden gesmeten blijkt niet aan de orde van de dag. Wat ik persoonlijk betreur.
 
Van 1976 tot 1983 heerste een verwoestende militaire dictatuur in Argentinië. Verkiezingen werden illegaal verklaard. Directies van onderwijsinstellingen en bedrijven werden aangemoedigd om ‘subversieven’ te verklikken. Politieke partijen en vakbonden werden verboden. De dictatuur trachtte alle opposanten te elimineren via intimidatie, marteling en moord. Leraars, journalisten, studenten, huisvrouwen, intellectuenen en vakbondsleden werden geviseerd en geconfronteerd met een bloedige repressie. Zoals in andere Latijns-Amerikaanse landen, werd de dreiging van het communisme en de gewapende guerrillabewegingen gebruikt als verontschuldiging voor de dictatuur. Honderden geheime martelkampen en gevangenissen werden gebouwd. Duizenden doden werden in massagraven gedumpt of, vaak nog levend, vanuit vliegtuigen in de Atlantische Oceaan gegooid. Vijfhonderd baby’s van vermoorde opposanten werden gestolen en weggegeven aan de families van de folteraars en hun achterban. Huizen en bezittingen, tientallen miljoenen dollars waard, werden als buit verdeeld onder de actoren van de nachtmerrie.
 
Dertigduizend mensen werden vermoord in de Argentijnse repressie.
 
In een interview met de Engelse journalist Christopher Hitchens, eind jaren 70, toen de repressie in volle gang was, zie Videla: ‘We consider it a great crime to work against the Western and Christian style of life: it is not just the bomber but the ideologist who is the danger.’
 
De journalist Jacobo Timerman, voormalig redacteur van de krant La Opinión, hoorde, terwijl hij afgezonderd in een clandestiene detentiecentrum vastzat het als volgt van een van zijn ontvoerders: "Argentina tiene tres enemigos principales: Karl Marx, porque intentó destruir el concepto cristiano de la sociedad; Sigmund Freud, porque intentó destruir el concepto cristiano de la familia y Albert Einstein, porque intentó destruir  el concepto cristiano del tiempo y el espacio".
 
Vrij vertaald geeft dit: "Argentinië heeft drie vijanden: Karl Marx, omdat hij probeerde het christelijke concept van de maatschappij te vernietigen, Sigmund Freud, omdat hij probeerde het christelijke concept van de familie te vernietigen en Albert Einstein omdat hij probeerde het christelijke concept van tijd en ruimte te vernietigen."
 
Vergeten we echter ook niet de medeplichtigheid van de Verenigde Staten, zoals iedereen weet, de plek op de wereld waar ‘freedom’ en ‘democracy’ hun stek hebben.
 
Er bestaat geen twijfel over dat de Verenigde Staten de coup ‘begrepen’ en steunden Je had enerzijds de publieke ‘bekommernis’ en anderzijds de niet-publieke steun. Uit documenten die in 2003 vrijgegeven werden uit het Amerikaanse National Security Archive blijkt de dubbele moraal.
 
 In oktober 1976, een half jaar na de militaire coup, bezocht de Argentijnse minister van Buitenlandse Zaken, Admiraal Cesar Augusto Guzzetti  de VS en had er een gesprek met Kissinger Op dat moment dacht het Amerikaanse Congres erover om sancties tegen de Argentijnse junta te nemen wegens wijdverspreide meldingen van schendingen van de mensenrechten.
 
De vrijgegeven memo’s zijn in tegenspraak met de officiële lijn gegeven door staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Harry Schlaudeman naar aanleiding van klachten van de Amerikaanse ambassadeur in Buenos Aires. Volgens deze laatste was Guzzetti "euforisch" teruggekeerd en "ervan overtuigd dat er geen echt probleem was met de regering van de Verenigste Staten" over mensenrechten. Schlaudeman telegrafeerde, "Guz;.Etti [sic] heeft alleen gehoord wat hij wilde horen".
 
 Dat er niets mis was met zijn gehoor blijkt echter uit het woordelijk verslag in het in 2003 vrijgegeven document. Minister van Buitenlandse Zaken Kissinger had hem immers verteld: "Look, our basic attitude is that we would like you to succeed. I have an old-fashioned view that friends ought to be supported. What is not understood in the United States is that you have a civil war. We read about human rights problems but not the context. The quicker you succeed the better… The human rights problem is a growing one. Your Ambassador can apprise you. We want a stable situation. We won't cause you unnecessary difficulties. If you can finish before Congress gets back, the better. Whatever freedoms you could restore would help."
 
 Vrij vertaald klinkt dit zo: "Kijk, onze basishouding is dat we zouden willen dat U slaagt. Ik heb een ouderwetse opvatting dat vrienden ondersteund moeten worden. Wat in de VS niet begrepen wordt is dat jullie in een burgeroorlog zitten. We horen over problemen met de mensenrechten, maar niet over de context. Hoe sneller jullie slagen hoe beter ... het probleem van de mensenrechten groeit. Jullie ambassadeur kan jullie informeren. Wij willen een. stabiele situatie. We zullen het jullie niet onnodig moeilijk maken. Des te beter als jullie het kunnen afmaken voordat het Congres terugkomt. Welke vrijheden jullie ook herstellen, ze kunnen helpen".
 
Trouwens, maar dit natuurlijk geheel terzijde, het Intrepid Sea, Air en Space Museum van New York is van plan om diezelfde Henry Kissinger nu donderdag 23 mei een prijs toe te kennen voor de "verdediging van vrijheid en democratie".  Kan hij op zijn schouw zetten naast de Nobelprijs voor de Vrede die hij in 1973 al won.

donderdag 25 april 2013

Sinds ik naar Frankrijk verhuisde ben ik geabonneerd op Mediapart

En geloof me, het is de moeite waard.
 
Zoals de Belgische nieuwssite Apache in een artikel ‘Mediapart schudt Frans medialandschap helemaal door elkaar’ opmerkte: ‘De site (geeft) opnieuw invulling aan het begrip vierde macht en toont hoe de ‘redding van de journalistiek’ enkel door journalisten kan gebeuren.’

Op 2 april barstte de bom toen Jerôme Cahuzac, minister van begroting (die onder andere de fiscale fraude moest bestrijden) toegaf dat hij al jarenlang een geheime rekening in Zwitserland had (ondertussen getransfereerd naar Singapore). Mediapart had dat begin december bekend gemaakt. Ze hadden bewijzen (o.a. een jaren geleden door een politieke tegenstander toevallig opgenomen telefoongesprek) en niemand geloofde hen.

 
Cahuzac ontkende in alle toonaarden, ‘les yeux dans les yeux’ aan de president, voor het parlement en uiteraard ook op televisie en in alle zogenaamde kwaliteitskranten en andere media.

 


« Des preuves, des preuves, des preuves ! ne cesse de réclamer à Mediapart une meute inspirée par les mêmes mercenaires de la communication qui entourent, sous la droite comme sous la gauche, les milieux où se croisent pouvoir politique et intérêt financier. Nous leur répondons très calmement qu’elles sont là, devant eux et sous leurs yeux, ces preuves. Et que s’ils ne veulent pas les voir, c’est que la vérité leur fait peur. », schreef Edwy Plenel voorzitter van Nediapart hierover.

 
Mediapart werd dan ook van alle kanten aangevallen door de ‘serieuze’ media. Onder andere op televisie in ‘Le Grand Journal’ van Canal+ had Jean-Michel Apathie, ‘journaliste star’ van de Franse ‘people’ diersoort, de verdediging van de voormalige minister van begroting op zich genomen en vraagtekens gezet bij de methodes van Mediapart en zijn stichter.
 
 
Het bekvechten via Twitter werd een soap maar het was ook fascinerend om zien wat er in de kleine wereld van de media omgaat en hoe groot de ego’s van de journalisten zijn. Onderzoeksjournalisten tegen de ‘stars’ die ‘niet uit hun luie zetel komen’.
 
Uiteindelijk na het aftreden van Cahuzac moet Apathie toegeven: “Mediapart had gelijk: Jerome Cahuzac heeft gelogen. Zwaar. Zeer zwaar. Tegen iedereen. En aan het eind van deze leugen triomfeert Mediapart (…) Het gerecht en de bekentenis geven Mediapart gelijk. We moeten hen eren omdat ze de waarheid over de leugen hebben laten zegevieren. Daarmee is een grote dienst bewezen aan de democratie".

 
Wie Apathie niet kent kan niet genoeg beseffen hoe zwaar dit mea culpa hem moet hebben gewogen.

Dat Mediapart als een luis in de pels wordt ervaren is niet nieuw. Al in 2010 werd het verweten gebruik te maken van ‘fascistische methodes’ door Xavier Bertrand, ex-voorzitter van de UMP (de partij van toenmalig president Sarkozy).  Dat was toen naar aanleiding van de eerste onthullingen in de affaire Bettencourt (de rijkste vrouw van Frankrijk die geld zou hebben gegeven voor de presidentscampagnes van Sarkozy). Mediapart klaagde hem aan maar uiteindelijk werd Xavier Bertrand niet veroordeeld voor zijn uitspraak. Ondertussen is wel duidelijk geworden dat het geen loze beweringen waren. Inmiddels zijn immers niet minder dan 17 mensen, waaronder Nicolas Sarkozy, door de onderzoeksrechter  ten laste gesteld (mis en examen).

 
Feit is dat Mediapart na de zaak Cahuzac onmogelijk nog kan genegeerd worden.

 
De ‘serieuze’ pers, nerveus geworden door het succes van dàt Mediapart, wilde niet achterblijven en verliest er soms de pedalen bij. In de eerste dagen na het schandaal werd de ene ‘onthulling’ gevolgd door de andere. Al was het maar een interview met de neef van de vriendin van de voormalige buurvrouw van Cahuzac die ‘had horen zeggen…’. Ik overdrijf hier misschien maar het was soms wel van dat niveau. De hoofdvogel werd afgeschoten door ‘Libération’ dat enkele dagen na de bekentenis van Cahuzac op zijn voorpagina ‘onthulde’ dat ook Laurent Fabius, minister van buitenlandse zaken een geheime rekening had in Zwitserland. Het bewijs? Ze hadden een journalist van Mediapart op het Ministerie van Fabius zien binnengaan en concludeerden daaruit dat er dus iets aan de hand was. Mediapart ontkende onmiddellijk dat ze ook maar een element in die zin hadden en melde dat het op dat ogenblik ook geen onderzoek deed naar Fabius.

 
Naast Cahuzac en de gevestigde pers werd vooral de regering getroffen door de zaak.  Vier maanden lang hadden ze zich in slaap laten wiegen door de minister van begroting. Hoe was het mogelijk dat een handvol journalisten konden achterhalen wat de regering met al zijn politie- en inlichtingendiensten (en geloof me, er zijn er heel wat in Frankrijk) niet aan het licht kon brengen? Kon het zijn dat zij het niet wisten? De paniek sloeg toe en de president en de ‘socialistische’ regering (jaja, in de lezerscommentaren alleszins meer en meer met aanhalingstekens tegenwoordig) probeerden de meubels te redden.

 
Verleden maandag hebben alle ministers hun patrimonium bekend moeten maken en binnenkort moeten de parlementsleden volgen. Of het voldoende zal zijn is twijfelachtig. ‘Wie gaat er immers in zijn verklaring bekendmaken dat hij een rekening heeft in een belastingparadijs?’, ‘Wat kan het mij schelen hoeveel die man/vrouw heeft, het enige wat ik vraag is dat ze dit land godverdomme gaan besturen zoals ge van socialisten moogt verwachten’. Kortom, ‘On nous prend pour des cons’.

 
Het FN had er graag garen bij wilde spinnen maar werd snel afgeblokt toen Mediapart bekend maakte dat een vertrouweling van Marine Le Pen Cahuzac had geholpen bij het openen van zijn rekening in Zwitserland. Het zwijgen werd haar helemaal opgelegd toen Mediapart tenslotte ook nog berichtte over de Zwitserse rekeningen van papa Le Pen.

 
Sinds de bekentenis van Cahuzac kan Mediapart de toevloed aan abonnees moeilijk bolwerken. In de eerste week erna werden er dagelijks 1000 nieuwe abonnees geteld. Wat daarbij ook hielp is dat het net op hetzelfde moment een reclamecampagne lanceerde. Die week zat er bij Télérama (zeg maar de Humo van Frankrijk maar dan veel beter) een gratis abonnement voor een maand op Mediapart. De bedoeling is natuurlijk dat de nieuwsgierigen zich na die maand abonneren. Voor 9 euro per maand lijkt dat, gezien het nieuws dat ze brengen (en het zijn niet enkel en alleen maar ‘schandalen’, geloof mij) en de prijs die je moet afdragen voor andere kranten niet veel. Mediapart kan het geld trouwens goed gebruiken. Geen reclame bij hen, de bijdragen van de abonnees zijn de enige inkomsten. Op dit ogenblik werken er 25 voltijdse journalisten en net voor de bekentenis van Cahuzac waren er ongeveer 60.000 abonnees.

 
 
Bij hun vijfjarig bestaan heeft Edwy Plenel, medestichter en voorzitter van Mediapart, een interessant essay ‘Le droit de savoir’ geschreven. Iets dikker dan de essays die we van Yves Desmet gewoon zijn, 179 bladzijden. Het is een boeiend werkstuk geworden.

 
Gebaseerd op de ervaring van Mediapart, identificeert: ‘Le droit de savoir’ de obstakels die het op zijn weg is tegengekomen om te verhinderen dat er onderzoek wordt gedaan en informatie gepubliceerd. Het boek blikt terug op het schaduw- en afluisterpraktijken waaraan het onderhevig was, de lastercampagnes en aanklachten van de vorige regering, die van Sarkozy. Het analyseert ook de impact van de onthullingen en de publieke debatten die ze veroorzaakten. In de tijd van de digitale revolutie is dit boek een pleidooi voor een nieuwe fundamentele wet op de vrijheid van informatie. Een recht dat uitgebreid, ondersteund en versterkt moet worden.

 

woensdag 10 april 2013

Transparant Europa?

Vijf Europese landen lijken zich verenigd te hebben tegen belastingontduiking en -fraude en voor automatische uitwisseling van informatie. Tax Justice Network, een organisatie die zich verzet tegen tegen belastingparadijzen, wijst op een zeer interessante brief die gisteren, dinsdag 9 april, gepubliceerd werd op de site van het Britse Ministerie van Financiën van Britse schatkist. De mail wordt  ondertekend door de ministers van Financiën van Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje.

http://www.scribd.com/doc/135069571/134899844-g5-Letter-to-European-Commission-090413

Gericht aan de Europese commissaris voor fiscale zaken, de Litouwer Algirdas Šemeta, wordt gesteld  dat deze vijf landen met de Verenigde Staten overeengekomen zijn om op hun grondgebied de Amerikaanse FATCA (Foreign Account Tax Compliance Act) toe te passen. Door het VS-Congres in 2010 gestemd is de tekst in werking getreden op 1 januari. In de Act wordt bepaald dat een financiële instelling waar ook ter wereld, de saldi, inkomsten, en opnames van een Amerikaanse rekeninghouder bekend te maken aan de Amerikaanse Internal Revenue Service (IRS), de fiscus dus, of onderworpen te worden aan een roerende voorheffing van 30% op de financiële inkomsten die de banken en financiële instellingen halen uit hun  activiteiten in de VS.

In hun brief kondigen de vijf landen aan dat ze onder elkaar zullen proberen om een ​​systeem op te zetten dat gemodelleerd is op hun overeenkomst met de Verenigde Staten en op die manier de automatische uitwisseling van informatie te generaliseren: zodra een van hun belastingplichtigen geld in één van deze gebieden stort  zal de informatie rechtstreeks aan de belastingautoriteiten van zijn land van herkomst worden doorgegeven.

Het project "zal niet alleen helpen belastingontduikers te vangen en af ​​te schrikken maar bied ook een model voor de bredere multilaterale overeenkomst waarvan we hopen dat die uiteindelijk hieruit zal volgen," schrijven de ministers van Financiën van de Europese commissaris. "We nodigen de andere leden van de Europese Unie uit om zich aan te sluiten bij dit project, en we hopen dat Europa het voortouw zal nemen tot het bevorderen van een wereldwijd systeem van automatische uitwisseling van informatie.”

Makkelijker gezegd dan gedaan zoals u misschien kan vermoeden. Fiscale besluiten in de EU moeten unaniem genomen worden (27 landen!) en Oostenrijk weigert elke uitvoering van automatische uitwisseling hoewel die verondersteld wordt al te bestaan. En, ondanks de herauten van de laatste dagen, Luxemburg suggereerde slechts dat het zich er ‘misschien’ niet meer tegen zal verzetten.
 
De ministers van financiën van de vijf landen roepen de andere lidstaten op om "zo snel mogelijk” akkoord te gaan. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat er ergens een adder onder het gras verborgen zit gezien de Britten meetekeken maar toch...
We stellen dan ook voor dat de Heer Geens, minister van Financiën, geholpen door staatsecretaris de heer Crombez, vandaag in de pen kruipen om zich bij dit initiatief aan te sluiten.

 

vrijdag 8 maart 2013

Gedachten die door mijn hoofd gingen bij de dood van Hugo Chávez

1.
1.
 
Een jaar geleden of zo zag ik in een televisieprogramma over Venezuela een journalist aan een arme boer zeggen:
“Veel mensen in het westen denken dat Chávez een dictator is.”
De boer dacht even na en stelde:
“Is dat zo? Het kan me niet schelen, ik zal op hem stemmen zodat hij opnieuw verkozen wordt.”

2.

Fictief gesprek tussen makelaars gisteren op de beurs:

“Zullen de aandelen van Total, Exxon, Chevron morgen stijgen?”
“Ik weet niet maar er moet toch iets gebeuren. Een land dat bovenop de bewezen grootste wereldreserves olie van de wereld zit, 295 miljard vaten, 40% meer dan Saoedi-Arabië... Het zou toch wel echt jammer zijn dat zoveel rijkdom in de handen blijft van een land zonder expertise, een ondemocratisch land dat alles wil nationaliseren... Nu hij weg is moet er toch iets gebeuren!”

3.

Twee presidentverkiezingen in 2012

Eén - Procureur-generaal Greg Abbott van Texas heeft gezegd dat een groep van internationale waarnemers die van plan zijn om de verkiezingen te volgen in de staat best zouden afstand houden. Letterlijk meer dan 100 meter. Mochten ze zich toch binnen een straal van 100 meter van de ingang van een stembureau bevinden stellen ze zich bloot aan strafrechtelijke vervolging.
De groep waarnemers van de bij de VN-aangesloten Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zei dat de waarnemers die ze van plan waren uit te sturen uit landen als Albanië, Estland, Rusland, Slovenië en Turkije afkomstig waren. (bron: Forbes.com)

Twee - Venezuela zal internationale verkiezingswaarnemers uitnodigen om toezicht te houden op de presidentsverkiezingen zei de voorzitter van de electorale commissie van het land.
"We willen mensen, instellingen vanuit de hele wereld uitnodigen.” zie Tibisay Lucena, voorzitter van de Venezolaanse Nationale Kiesraad (CNE). (bron: Washington Post)

4.

In Zuid-Amerika, Venezuela op kop, zijn ze er de afgelopen jaren in geslaagd om zich, niet zonder moeite, te ontdoen van de ‘kolonisten’ die de macht hadden en de bodemschatten plunderden. De blanken hadden de gewoonte om orders te geven. Met Chávez veranderde dat. Hij was de kandidaat van de Indianen, de oorspronkelijke bewoners van het continent. Keer op keer (het)kozen ze Chávez bij elke verkiezing. De blanken hadden het moeilijk om de legitimiteit van de verkiezingen te accepteren. Zij wogen dan ook met heel hun gewicht (en hun rijkdom, want zij zijn nog steeds diegenen die het meeste geld hebben) om de discipel van Bolivar in diskrediet te brengen.
Uiteraard zijn, na die vele tientallen jaren van onderdrukking, alle problemen in Venezuela niet opgelost. Niets en nergens is het perfect maar het is wel een feit dat het lot van de Indianen sterk is verbeterd vooral op gebied van alfabetisering, volksgezondheid, voedselvoorziening en werkgelegenheid.
Met de dood van Chávez zal het moeilijk zijn om de koers aan te houden. Hij was nog geen dag dood en de speculaties over de rivaliteit onder de potentiële opvolgers werden reeds gevoed.

5.

Ik zal geen commentaar geven op zin ‘vrienden’. Ook al gezien wij zelf voortdurend politici verkozen hebben en verkiezen die bevriend zijn met de meest brute slachters en verkrachters van de wereld. We zitten niet in die moreel hoogstaande positie dat we Chávez daarop mogen beoordelen. Trouwens, het was niet in Caracas maar in Parijs dat Moammar al-Qadhafi enkele jaren geleden zijn tent opsloeg en het was niet in Caracas maar in Parijs dat Bashar al-Assad eregast was op het nationale défilé van de 14de juli.

6.

The Revolution Will Not Be Televised - Chávez: Inside the Coup (Spaans: La Revolución geen será transmitida) is een documentaire uit 2003 over de gebeurtenissen in Venezuela in de aanloop naar en tijdens van de poging tot staatsgreep van april 2002 waarbij president Hugo Chávez twee dagen uit zijn ambt ontzet werd. Met bijzondere nadruk op de rol van de media in privé-handen, onderzoekt de film onderzoekt een aantal belangrijke incidenten: de protestmars en het daaropvolgende geweld dat de impuls geeft voor de afzetting van Chávez, de vorming van een interim-regering onder leiding van de voorzitter van de kamer van koophandel Pedro Carmona, en hoe de chaos in de administratie Van Carmona de weg vrijmaakt voor de terugkeer van Chávez.
The Revolution Will Not Be Televised werd geregisseerd door de Ierse filmmakers Kim Bartley en Donnacha Ó Briain. Zij hadden directe toegang tot Chávez, de filmmakers wilden een biografisch filmportret van de presiden maken. Ze brachten zeven maanden door in Venezuela en interviewden Chávez, zijn medewerkers en gewone burgers. Als de coup op 11 april plaats grijpt, zijn Bartley en Ó Briain in de straten van de hoofdstad, Caracas, ze leggen beelden vast van demonstranten en het uitbarstende geweld. Later filmden ze veel van de politieke omwentelingen in Miraflores, het presidentieel paleis.


7.

2006 - Toespraak van Hugo Chávez voor de UNO

Deel 1



Deel 2



8.

Hij had een hart voor de onderdrukten van zijn land, en probeerde hun leven te verbeteren op een concrete wijze. Het Westen mocht hem niet, omdat hij niet voldeed aan onze standaardmanier van zaken doen of het runnen van een land. Hij was niet ons schoothondje en wij, het Westen, verwachten schoothondjes in Zuid-Amerika en niet mensen met een ruggengraat.

Tot ziens meneer Chávez. Je had je fouten, die hebben we allemaal, maar je hebt je best gedaan en zal liefdevol herinnerd worden door de meeste Venezolanen.