Het lijkt wel of het ene niets met het andere te maken heeft en toch, mais is de grootste gemene deler. Mais wordt in de Verenigde Staten gebruikt om ethanol, de "groene" brandstof, te produceren. In Mexico is mais een hoofdbestanddeel in de voeding.
Sinds september doet de vraag naar de groene brandstof de prijzen van mais uit de pan swingen. De prijs is met 60% gestegen op de Beurs van Chicago, de hoogste koers sinds 10 jaar. Tot groot ongenoegen van de consument die aan de andere kant van de grens woont.
Omdat Mexico meer mais eet dan dat het er oogst, is het alleszins een groot probleem. De prijs van de tortilla is de laatste drie jaar met 30% gestegen. Dat heeft sporadisch tot betogingen geleid die in januari exponentiëel toegenomen zijn. President Calderon is er in geslaagd om de zaak te ontmijnen. De importheffingen op mais werden geschrapt en in samenspraak met de plaatselijke molenaars is de prijs per kilo bevroren. De zaak schijnt dus opgelost maar is het natuurlijk helemaal niet.
De koers van de mais lijkt immers enkel maar verder te kunnen stijgen. In tegenstelling tot Brazilië, dat haar eigen brandstof produceert op basis van rietsuiker(1), gokken de Verenigde Staten op mais als basis voor ethanol. Zij zijn de eerste maisproducenten ter wereld (272 miljoen ton op een globale wereldproductie van 692 miljoen) en de eerste exporteur.
De groene brandstof die in 2000 slechts 6% van de productie verbruikte, heeft er nu 20% van nodig. In zijn ’Speach of the Union’ van januari heeft Bush hoge objectieven vastgelegd voor alternatieve brandstoffen. Vanaf nu tot in 2017 willen de Verenigde Staten hun productie vervijfvoudigen: momenteel zijn er al 116 ethanolfabrieken actief en binnen de 18 volgende maanden worden er nog 79 nieuwe voorzien. Om die ambitieuze doelstelling te bereiken heeft de federale VS-regering 1.6 miljard dollar subsidies veil voor onderzoek naar alternatieve brandstoffen.
“Ethanol is een fantastische manier voor de Verenigde Staten om hun landbouw te steunen op het ogenblik dat de WTO(2) hen ertoe dreigt te dwingen hun landbouwsubsidies te verminderen”, stelt Rodolphe Roche, gronstoffenanalyst van het Londense Schroders, “bovendien geeft ethanol hen de kans om zich voor te doen als ecologisten terwijl ze niet eens het Kyoto-protocol ondertekend hebben”.
Niets lijkt dan ook die dolle vlucht te kunnen doen stoppen. Daarbovenop zijn de wereldvoorraden mais op één jaar met 31% gedaald terwijl de oogst van 2006 in de Verenigde Staten ook kleiner was dan de voorgaande jaren. Tel daar nog de vooruitziende speculanten bij die investeerden in die markt en je krijgt gegarandeerd een de facto verhoging van de koersen!
Maar niet alleen de Mexicanen zijn het slachtoffer. Andere mais-importerende landen zoals Egypte, Nicaragua, Nigeria en Indonesië lijden er ook onder. Net zoals de reuzen van de agrovoedingsindustrie er de dupe van zijn. Mais is een grondstof voor vele voedingswaren. Het wordt o.a. gebruikt in limonades, snoepgoed en met siroop gezoete voedingswaren. Zelfs vlees draagt er de gevolgen van vermits veel veevoeders mais als hoofdingrediënt hebben.
Kellog’s de keizer van de ontbijtgranen heeft onlangs nog lagere winstcijfers in het vooruitzicht gesteld, een vermindering die mede veroorzaakt wordt door de prijsstijgingen van de mais. Om haar verkoop op hetzelfde peil te houden heeft de multinational echetr besloten de prijsverhogingen niet door te berekenen in haar eindproducten. Voorlopig…
___________________________
(1) Brazilië wil zich opwerken als dé wereldleider voor biobrandstoffen, zowel ethanol als biodiesel. Daarom worden er naast het traditionele suikerriet ook
miljoenen hektaren soja aangeplant. Maar voorlopig met een heel ander effect. Zie daarover het artikel op MO*.
(2) Wereldhandelsorganisatie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten