vrijdag 23 februari 2007

De Filip De Winter in elk van ons

De filosoof Gilles Deleuze(1) dacht dat literatuur, filosofie en kunst tot niets dienden maar hij was er wel van overtuigd, en terecht, dat de wereld duizend keer erger zou zijn zonder. Wat op hetzelfde neerkomt als zeggen dat het, om de wereld geen duizend keer erger te maken, allemaal wel tot iets dient.

Zo is het ook met ons. Na wat we allemaal gedaan hebben om de ideeën van het VB te bestrijden, zou men er soms wel eens de moed bij verliezen en zeggen dat het allemaal tot niets gediend heeft. Bedenken we dan dat het misschien nog duizend keer erger zou zijn moesten we helemaal niets gedaan hebben.

Argumenteren, debatten voeren - over wat dan ook - stompzinningheid aantonen en de gevolgen ervan kunnen preciseren is altijd goed.

Het VB is een groothandelaar in opinies. De ideeën van het VB zijn sterke stromingen in onze maatschappij zonder dat ze daarom, gelukkig maar, genormaliseerd worden. Het is een mix van haat en verbittering die daarom niet altijd samen in hetzelfde individu of dezelfde groep voorkomen. Het VB is gewoon het verzamelpunt.
Zo is bijvoorbeeld antisemitisme niet noodzakelijkerwijs de grootst gemene deler van haar kiespubliek, maar ten gevolge van historische stromingen binnen de Belgische maatschappij, zou het VB niet kunnen bestaan zonder die antisemitische saus. Er zijn bij het VB veel mannen en vrouwen die geen enkel antisemitische obsessie hebben. Hun lidmaatschap is eerder gebaseerd op haat voor vreemdelingen, belastingen, ‘corrupte politiekers’,... De bijwijlen antisemitische ‘slippertjes(2) van hier of daar één van hun leiders maakt hen niet echt gelukkig maar stoort ook nooit in die mate dat het hen een breuk waard is! Het probleem is dat zij behoren tot die groep niet-antisemieten die er geen probleem mee hebben dat hun vrienden antisemiet zijn. Ze zijn waarschijnlijk in de meerderheid en alleen daarom al de gevaarlijksten. Het zijn in feite passieve racisten. Zij vinden dat het actieve racisme van de vrouw/man die in het kieshokje naast het hunne op het VB stemt een vorm van contestatie is, een te vergeven uitspatting, een beetje in de aard van als men tegen een jongere zou zeggen: het is normaal om anarchist te zijn als ge 20 jaar zijt…

De ideeën van het VB lijken een beetje op die plakkerige vliegenvangers die men in de zomer op het platteland aan het plafond hangt. Hoe minder ze bewegen, hoe beter. De vliegen, die blijkbaar zinloos in rondjes blijven vliegen, laten zich ten slotte toch vangen. Je hoeft er niets voor te doen, enkel de vliegenvanger ophangen.

Onze ideeën, de Uwe, de mijne, zijn van nature egoïstisch, reactionair, introvert, vergeven van angst en van verwerping van het onbekende, het vreemde, het onrustwekkende, het mis begrepene, van de Ander, de Toekomst, de Wanorde…
Als we de VB-ers echter bezien als totaal verschillend van onszelf zullen we nooit iets aan hun vermenigvuldiging kunnen doen. Als we anderzijds proberen om van onszelf te begrijpen wat we gemeen hebben met hen - bijna alles dus – mogen we hopen op een beetje vooruitgang. Om radikaal ‘rechts’ te zijn is het voldoende om je te laten gaan. Als je op een heuvel staat is bergaf ook altijd de gemakkelijkste keuze. Je ideeën zullen op de één of andere dag sowieso tegen de vliegenvanger plakken.

‘Links’ en democraat zijn, vergt daarentegen een inspanning, het is een intellectuele constructie, het is niet instinctief. Het vraagt erom je eigen verlangens te overpeinzen en te proberen de vervulling ervan zo harmonieus en duurzaam mogelijk na te streven. Rechtse ideeën liggen in de sfeer van de onmiddelijke bevrediging: ja of neen! De migranten buiten, nu onmiddellijk! De belastingen afschaffen, nu onmiddellijk!
Links, en zelfs democratisch en antifascistisch rechts zijn, betekent daarom nog niet beter, liever, menselijker,… zijn. Het betekent vooral minder schofterig zijn. Het betekent de zaken kunnen plaatsen in hun historisch perspectief en enkel politieke besluiten te aanvaarden die op termijn noch de vooruitgang van de vrijheid noch de verbetering van het “samenleven” onmogelijk maken. Zeggen dat het VB slecht is is onvoldoende. Het is vooral nodig te begrijpen hoe het werkt en aantonen waarom het verwerpelijk is.

Als men zich rebels voelt, zoals zovelen doen die de ideeën van het VB aanhangen, zijn de eerste slachtoffers van de oneerbiedigheid waarop men zich beroept uiteraard diegenen die door de wet en de heersende moraal beschermd worden: bijvoorbeeld de vreemdeling. Wanneer je voor een echte klootzak wilt doorgaan, is zeggen dat je niet van arabieren en negers houdt, zeer efficiënt. Als jij je daar dan tegen wil afzetten maar je ermee tevreden stelt te zeggen dat die klootzak een klootzak is, versterkt je hem want dat is exact wat hij wil, U ergeren door zich als een klootzak te gedragen.

Het zeer populaire idee dat het VB luidop zegt wat iedereen stilletjes denkt, is tegelijkertijd heel waar maar ook heel fout. Het is eigenlijk pervers. Iedereen heeft in zijn genen wel iets overgehouden van de bruut die enkel betrouwt op zijn instinct en heel stilletjes denkt wat het VB zegt.
De meesten van ons hebben echter de moeite gedaan om in zichzelf een netwerk van begrip voor de ander op te bouwen dat respect inhoudt en de meeste angsten, in zoverre die gelinkt zijn aan het verschil van herkomst, opheft. Men kan nog altijd angst hebben van de één of andere persoon die in een zus of zo gevaarlijk en vijandig milieu leeft, maar dat is dan iets sociaal en dat is compleet tegengesteld aan ordinair racisme. Men kan de zin dus ook anders formuleren: het VB zegt luidop wat de meeste mensen geprobeerd hebben niet meer stilletjes te denken.

Het VB zet de burgers er dus toe aan om de inspanningen te niet te doen waardoor zij een zekere waardigheid en een onweerlegbare eerbaarheid hebben bekomen. Het drijft hen ertoe afstand te doen van de moed die ze tot dan toe hebben betoond om zich opnieuw te wentelen in de originele smurrie van voor de uitvinding van de overpeinzing.

De peilingen die de ideeën van het VB steeds maar weer bevestigen binnen de publieke opinie informeren ons over de staat van het verlangen naar democratie in Vlaanderen. Ze tonen aan dat die steeds in aantal groeiende groep Vlamingen op het gebied van de democratie wel kerkelijk is maar niet gelovig. Ze willen ervan genieten, maar ze behandelen haar als een hoer die men betaalt en verder veracht. Ze denken dat het zo werkt maar uiteraard vergissen ze zich.
Het is aan ons om het primitieve ideeëngoed te blijven bestrijden want die kleine peilingwinstjes van het VB kunnen zich op een dag wel eens omzetten in een grote verkiezingscatastrofe.
_____________________________

(1) Gilles Deleuze was een invloedrijke Frans filosoof en een centrale figuur in het postmodernisme. Zelf wees hij de notie van 'postmoderniteit' af.
(2) Lees daarover op Blokwatch Hoe het antisemitisme nooit helemaal verdween.

donderdag 22 februari 2007

Als de Amerikanen proper rijden, worden de Mexicanen armer

Het lijkt wel of het ene niets met het andere te maken heeft en toch, mais is de grootste gemene deler. Mais wordt in de Verenigde Staten gebruikt om ethanol, de "groene" brandstof, te produceren. In Mexico is mais een hoofdbestanddeel in de voeding.

Sinds september doet de vraag naar de groene brandstof de prijzen van mais uit de pan swingen. De prijs is met 60% gestegen op de Beurs van Chicago, de hoogste koers sinds 10 jaar. Tot groot ongenoegen van de consument die aan de andere kant van de grens woont.

Omdat Mexico meer mais eet dan dat het er oogst, is het alleszins een groot probleem. De prijs van de tortilla is de laatste drie jaar met 30% gestegen. Dat heeft sporadisch tot betogingen geleid die in januari exponentiëel toegenomen zijn. President Calderon is er in geslaagd om de zaak te ontmijnen. De importheffingen op mais werden geschrapt en in samenspraak met de plaatselijke molenaars is de prijs per kilo bevroren. De zaak schijnt dus opgelost maar is het natuurlijk helemaal niet.

De koers van de mais lijkt immers enkel maar verder te kunnen stijgen. In tegenstelling tot Brazilië, dat haar eigen brandstof produceert op basis van rietsuiker(1), gokken de Verenigde Staten op mais als basis voor ethanol. Zij zijn de eerste maisproducenten ter wereld (272 miljoen ton op een globale wereldproductie van 692 miljoen) en de eerste exporteur.

De groene brandstof die in 2000 slechts 6% van de productie verbruikte, heeft er nu 20% van nodig. In zijn ’Speach of the Union’ van januari heeft Bush hoge objectieven vastgelegd voor alternatieve brandstoffen. Vanaf nu tot in 2017 willen de Verenigde Staten hun productie vervijfvoudigen: momenteel zijn er al 116 ethanolfabrieken actief en binnen de 18 volgende maanden worden er nog 79 nieuwe voorzien. Om die ambitieuze doelstelling te bereiken heeft de federale VS-regering 1.6 miljard dollar subsidies veil voor onderzoek naar alternatieve brandstoffen.

Ethanol is een fantastische manier voor de Verenigde Staten om hun landbouw te steunen op het ogenblik dat de WTO(2) hen ertoe dreigt te dwingen hun landbouwsubsidies te verminderen”, stelt Rodolphe Roche, gronstoffenanalyst van het Londense Schroders, “bovendien geeft ethanol hen de kans om zich voor te doen als ecologisten terwijl ze niet eens het Kyoto-protocol ondertekend hebben”.

Niets lijkt dan ook die dolle vlucht te kunnen doen stoppen. Daarbovenop zijn de wereldvoorraden mais op één jaar met 31% gedaald terwijl de oogst van 2006 in de Verenigde Staten ook kleiner was dan de voorgaande jaren. Tel daar nog de vooruitziende speculanten bij die investeerden in die markt en je krijgt gegarandeerd een de facto verhoging van de koersen!

Maar niet alleen de Mexicanen zijn het slachtoffer. Andere mais-importerende landen zoals Egypte, Nicaragua, Nigeria en Indonesië lijden er ook onder. Net zoals de reuzen van de agrovoedingsindustrie er de dupe van zijn. Mais is een grondstof voor vele voedingswaren. Het wordt o.a. gebruikt in limonades, snoepgoed en met siroop gezoete voedingswaren. Zelfs vlees draagt er de gevolgen van vermits veel veevoeders mais als hoofdingrediënt hebben.

Kellog’s de keizer van de ontbijtgranen heeft onlangs nog lagere winstcijfers in het vooruitzicht gesteld, een vermindering die mede veroorzaakt wordt door de prijsstijgingen van de mais. Om haar verkoop op hetzelfde peil te houden heeft de multinational echetr besloten de prijsverhogingen niet door te berekenen in haar eindproducten. Voorlopig…
___________________________
(1) Brazilië wil zich opwerken als dé wereldleider voor biobrandstoffen, zowel ethanol als biodiesel. Daarom worden er naast het traditionele suikerriet ook
miljoenen hektaren soja aangeplant. Maar voorlopig met een heel ander effect. Zie daarover het artikel op MO*.
(2) Wereldhandelsorganisatie


dinsdag 6 februari 2007

Biobrandstoffen: het eten van de minstbedeelden stelen om onze auto's te voeden

Biobrandstof is het nieuwe magische woord in het klimaatdebat. Bioenergie neemt een hoge vlucht. In Europa, de Verenigde Staten, Brazilië en Azië worden nu miljarden geïnvesteerd in het kweken en de verwerking van maïs, sojabonen, raapzaad, suikerriet en –bieten, palmolie of tarwe om ethylalcohol en biodiesel voor onze auto’s te produceren.

Biodiesel en bioethanol worden nu immers beschouwd als hét alternatief voor fossiele brandstoffen. Vooral in de industrielanden zouden zij onze auto’s, vrachtwagens, moto’s en brommers "klimaatvriendelijker” moeten maken om op die manier ons geweten weer wat te sussen.

De brandstofindustrie roept luid dat de toekomst van onze EU-boeren eerder in het kweken van energiegewassen dan voedingsgewassen ligt, waarvan de prijzen dan nog dalen.
"Onze boeren zijn de oliesjeiks van morgen", zoals Renata Känast, de Grünen-minister van Consumentenbescherming, Voedsel en Landbouw in de laatste regering van Schröder), het ooit stelde.

Steeds meer landen passen hun wetgeving aan om normen te bepalen voor de minimumhoeveelheid bioethanol die met benzine moet worden vermengd. Vandaag al is de Europese productie ontoereikend om aan de binnenlandse vraag te voldoen. Iedere dag worden goedkope palmolie en sojaboonolie in enorme vrachtschepen verscheept van Zuid-Amerika, Maleisië en Indonesië naar Europa.

De hoge vlucht van de toenemende vraag naar biobrandstoffen heeft enorme gevolgen voor het milieu en brengt een sociale impact teweeg in landen als Brazilië, Indonesië, Maleisië, Borneo en Nieuw-Guinea. Op vele plaatsen concurreert de cultuur van energiegewassen voor de uitvoer immers rechtstreeks met de voedselcultuur.

In Brazilië verhinderen zowat 200 massieve suikeraanplantingen en ethylalcoholfabrieken het kweken van rijst, maïs en bonen om de armen te voeden. De Indische overheid publiceerde verleden jaar een paginagrote reclame in de kranten waarin de bioenergiecultuur voorgesteld werd als een "win-win situatie voor onze boeren en onze economie". Vandaag voert India reeds graangewassen uit naar Europa terwijl er op dat subcontinent meer hongerende mensen zijn dan in Afrika.

Als de granen nu in onze brandstoftanks eindigen zullen er voedseltekorten ontstaan”, waarschuwt Gertrud Falk van het Foodfirst Information & Action Network (
FIAN).

Uitgebuite kleine boeren

De honger naar land voor brandstofaanplantingen neemt datzelfde land af van kleine boeren in ontwikkelingslanden en vernietigt er de traditionele cultuur en eigendomsstructuren.

Sawit Watch, een Indonesisch netwerk van lokale organisaties die zich verzetten tegen het verlies van hun land en bestaansmogelijkheden aan grootschalige oliepalmplantages, bracht verleden jaar een bezoek aan het Europees parlement en vertelde er over de strijd om het land en de verarming van de plaatselijke kleine boeren.
Zij worden er verdreven van hun leefruimte - vaak bossen - om plaats te maken voor de cultuur van palmolie. Sinds 1999 is het gebied bestemd voor de cultuur van de oliepalm in Indonesië uitgebreid van drie naar vijf miljoen hectaren. De kleine boeren en landeigenaars die er woonden migreren naar krottenwijken aan de rand van de grootstad en kunnen er alleen in hun levensonderhoud voorzien in de informele sector.
Het alternatief voor zij die achterblijven is als seizoenarbeiders 12 tot 14 uren per dag hard werken op de plantages. Dit is de enige reden dat palmolie zo goedkoop is.

Onlangs hebben in Nairobi de regeringen gedebateerd over de toekomst van het Kyoto Protocol en over de te nemen maatregelen om de impact van de klimaatverandering te voorkomen. Maar tot nog toe hebben zij één van de grootse bronnen van CO²-uitstoot veronachtzaamd: de vernietiging van drasland en bossen in ontwikkelingslanden. De jaarlijkse emissie door de continue turf- en bosbranden zijn vijf keer hoger dan de jaarlijkse emissieverminderingen die volgens het Kyoto-protocol moeten gehaald worden tegen 2012.

Verwoesting van regenwouden

Naast de gevolgen voor de mens is de impact ook tragisch voor het milieu. De gronden raken uitgeput door de, vaak door Westelijke banken meegefinancierde, monocultuur. Pesticiden en meststoffen vergiftigen het grondwater.
Dat reeds schaarse water wordt dan nog gebruikt voor de groei van gewassen voor de uitvoer. De
ASEAN riep daarover in 2006 een crisiszitting bijeen.

Zware smog die in oktober 2006 de hemel van Indonesië en de buurlanden wekenlang verduisterde, leidde tot politieke spanningen in het gebied. De Indonesische president Yudhoyono diende zich bij zijn buurlanden te verontschuldigen voor de luchtvervuiling. De smog was veroorzaakt door massale verbranding van tropisch bos om land te winnen voor de oliepalm- en sojabooncultuur.

Een ander gevolg is het dramatische decimeren van de biodiversiteit. Indonesië offert haar tropische bossen op voor duizenden vierkante kilometers monocultuur "industrieel bos". In Sumatra en Borneo, vernietigt de landontruiming de resten van de habitat van bedreigde diersoorten zoals orangoetans, bosolifanten en tijgers. Maar ook in Brazilië is het niet anders: er worden miljoenen hectaren regenwoud ontruimd voor sojaboon en suikerrietcultuur.

Vorig jaar nog, probeerde de Braziliaanse milieuorganisatie Fuconams om de aandacht op deze verwoestingen te vestigen. Bij een demonstratie in de federale staat van Mato Grosso do Sul in november 2005 stak Fuconams-voorzitter Anselmo De Barras zichzelf in een wanhoopsdaad in brand. De beelden haalden zelfs ons televisienieuws niet.

De versnelde cultuur van biobrandstoffen baant de weg voor de gevaarlijke concurrentie tussen de wereld van de ruwweg 800 miljoen autoeigenaars en de twee miljard mensen die onder de armoedegrens leven.
Een neokoloniale benadering moet ons ervan vrijwaren onze mobiliteitspatronen te veranderen. Daarom stelen wij voedsel van de minstbedeelden om onze auto’s, vrachtwagens, moto’s en brommers te kunnen voeden.