vrijdag 4 juni 2010

Joodse oogkleppen en de uitdaging van de toekomst

De Joodse oogkleppen over alle, terechte en onterechte kritiek, die zich steeds opnieuw uit in het spreken over anti-semitisme, terrorisme, de hypocrisie van de Verenigde Naties, de zelfgenoegzaamheid van linkse boycotters en predikers van desinvestering en een overvloed aan andere dooddoeners, zorgt te vaak voor ongevoeligheid voor het leed van anderen. Het brengt er hen ook toe om te dikwijls wat, vanuit hun oogkleppenperspectief, juist/goed/rechtvaardig is te verwarren met wat slim is.

Was het niet mogelijk om het konvooi op een andere manier tegen te houden? Of beter, was het niet mogelijk om het konvooi haar weg te laten vervolgen en de humanitaire hulp te laten uitladen in Gaza? En misschien nog het beste, is het niet denkbaar om de voor Israël contraproductieve blokkade van Gaza, onder bepaalde voorwaarden, op te heffen?

Heeft Israël bijvoorbeeld een wettelijk recht om overal te bouwen in Jeruzalem? Natuurlijk kan het dat doen, zeggen vele van hun gerenommeerde advocaten (hoewel niet alle van hun gerenommeerde advocaten het daarmee eens zijn). De vraag is echter of het slim is om dit recht nu, ten koste van alles, uit te oefenen?

Concessies doen aan de Palestijnen is iets wat de Palestijnen (en zowat de rest van de wereld) willen. Maar is dit een reden om het niet te doen?

Wat wil het zeggen als zelfs hun grootste vriend, de Verenigde Staten signalen uitstuurt dat het Israëlische beleid schadelijk is voor de Amerikaanse belangen in de regio? Is het een verder bewijs dat (zoals sommige Joden geloven) de hele wereld tegen hen is, dat ze niet kunnen rekenen op iemand anders behalve zichzelf, en dat 'zij' - de rest van de wereld - hen haten, eender wat zij doen? Kunnen ze dan niet net zo goed doen wat ze willen? De vraag is dan, wat willen ze precies? Wat voor soort Israël? Een democratie voor 'alle inwoners' of slechts voor een bepaalde groep van hen?

Niet iedere anti-zionist is per definitie een anti-semiet, noch is elke kolonist op de Westelijke Jordaanoever een xenofoob, noch is een Jood die meelijdt met het lijden van de Palestijnen een zelf-hatende Jood.

Er zijn Joden wier harten kloppen voor Israël, die zijn gaan geloven dat de zionistische onderneming, die misschien een morele noodzaak was in het begin, zo drastisch ontspoord is dat ze nu vooral contraproductief is voor het Joodse volk en Israël in het bijzonder.

Er zijn Joden die geloven dat een enkele, binationale Arabisch-Joodse democratie, hoe 'absurd' het ook moge lijken, een na te streven doel is.

En wat te denken van de niet-zionistische Joden in de VS, Londen, Parijs,... die geloven dat het Jodendom kan gedijen zonder Israël, en dat menen te kunnen bewijzen door het voorbeeld van hun eigen leven?

Zijn dat ketters? Zijn deze mensen per se verraders van de goede zaak? Of verdienen deze stemmen dat er naar hen geluisterd wordt? Kan er met hen gedebatteerd worden of moeten die stemmen gewoon weggewuifd worden?

Niet elke poging om de situatie waarin de Palestijnen leven, met inbegrip van die in het door Hamas gecontroleerde Gaza, aan te klagen moet per definitie worden geëtiketteerd als anti-Israëlisch, anti-semitisch en (hulp aan) terrorisme. Evenmin moet elke handeling van legitieme zelfverdediging van de kant van Israël automatisch bestempeld worden als een daad van agressie en oorlogsmisdaad.

Wat zorgen baart is dat elke oorlog, elke wraakactie, elke blokkade, elke opgelegde 'straf' iedere keer opnieuw elke kans op een (twee-staten) of andere oplossing verpest. Als de 'oorlog' ooit stopt - hoewel niemand vandaag weet hoe lang dat nog duurt - zal Israël moeten leven met de Palestijnen, want het zijn hun buren in een land dat ook wel bekend is als Palestina, en er is geen enkele kans dat ze er ooit niet meer zullen zijn.

De tijd om ‘genoeg’ te zeggen is nu gekomen.

Israël en Palestina’s toekomst is een dringende uitdaging, en de agenda is te complex en te belangrijk om gedomineerd te worden door alleen maar militairen, advocaten, professionele uitleggers en politici. Als de VN zich gedraagt als een machteloos vehikel moeten de diverse, andersluidende en ‘dissidente’ stemmen van de Joodse diaspora over de hele wereld de zionistische ‘gelijkhebbers’ ervan overtuigen dat ze misschien niet altijd gelijk hebben. En hoe zwaar het ook valt, alle VN-resoluties die Israël in de loop der tijden naast zich heeft neergelegd zullen dan ter sprake moeten komen, opgevolgd en uitgevoerd worden.

Net zoals het feit van het bestaan van Israël door Hamas moet aanvaard worden. En in weerwil van alle Israëlische regerings-pr is dat niet het probleem.

Het was Khaled Meshaal, de onofficiële leider van Hamas, die in januari 2007 zei: "Vandaag spreek ik als Palestijn over een Palestijnse en Arabische eis voor een staat binnen de grenzen van 1967. Het is waar dat er in de realiteit op de rest van het Palestijnse land een staatsentiteit zal zijn die Israël heet."

Het was Ismail Haniyeh, Hamas’ eerste minister in Gaza, die in november 2008 zei: "Als Israël zich terugtrekt binnen de grenzen van 1967, zal de vrede zegevieren en zullen we een staakt-het-vuren voor vele jaren handhaven."

En het was opnieuw Khaled Meshaal die einde mei 2010, net voor de gebeurtenissen van begin deze week, in een interview met The Guardian nog eens zei: “Het is alleen wanneer Israël gedwongen wordt tot concessies dat er vrede kan komen (...) Dus Hamas zal zich het recht op verzet reserveren tot Israël terugkeert naar de grenzen van '67."

Het is tijd om eindelijk het gesprek te beginnen. Een militaire oplossing is onmogelijk en onhoudbaar. Hoe zwaar het besef dat toe te geven ook is.

Deze bijdrage verscheen ook op de website van Attac Vlaanderen: Joodse oogkleppen en de uitdaging van de toekomst.

Geen opmerkingen: