zondag 1 januari 2012

Argentinië, 10 jaar later

In december 2001 is Argentinië een land op drift. De economie is verlamd, faillissementen vermenigvuldigen zich en bijna de helft van de bevolking leeft beneden de armoedegrens.
Tien jaar later kent het land een recordgroei, Argentijnen eten weer naar hun honger en de werkloosheid is in de buurt van het historische laagtepunt. De heroriëntatie van het economisch beleid en het herstel van het staatsgezag zijn instrumenteel geweest in dit geweldige herstel.

Op 20 december 2001 verliet, na de ondertekening van zijn ontslagbrief, Fernando De la Rua per helikopter het Casa Rosada, het presidentiële paleis. Hij laat een land in puin en achtendertig doden na. Velen van hen werden gedood op de Plaza de Mayo vlak voor de ramen van het Rosada, waar de politie op demonstranten heeft geschoten.
Op 19 en 20 december trokken tienduizenden Argentijnen de straat op om te protesteren tegen de crisis en de "Corralito", het blokkeren van bankrekeningen, een paar weken eerder besloten door een overheid ten einde raad.

Gewurgd door de schuld, door soberheidsmaatregelen opgelegd door het IMF en de koppeling tussen de Argentijnse peso aan de dollar is het land sinds 1998 in een recessie. Maar de afdaling naar de hel kent geen einde. Terwijl de interim-presidenten komen en gaan word het land officieel failliet verklaard op 23 december 2001. Een paar dagen later volgt een scherpe devaluatie van de peso. Argentinië is op drift, ondergedompeld in chaos. De economie is verlamd, faillissementen nemen een hoge vlucht, de werkloosheid bereikt 25% en de helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Er is sprake van een terminale crisis.

Tien jaar later is alles veranderd.
In december 2001 waren de Argentijnen wanhopig. Vandaag de dag hebben ze een positieve kijk op de toekomst. Ondanks de groei van 8% per jaar sinds 2003 leeft nog steeds 20% van de bevolking in armoede en is (officieel) nog 7% van de bevolking werkloos maar het is wel een van de laagste cijfers ooit in de geschiedenis van het land. De bedrijfswinsten zijn gestegen maar ook de lonen. De Argentijnen consumeren weer.

Toen Argentinië het IMF de wacht aanzette

Hoe de ommezwaai verklaren? Argentinië heeft midden 2002 een doorstart gekend toen president Eduardo Duhalde, samen met zijn minister van Economie Roberto Lavagna, besloot zijn rug te keren naar het Internationaal Monetair Fonds. In plaats van het IMF te volgen dat, voorspelbaar, opriep tot meer soberheid om de staasschuld te kunnen betalen, ging de overheid prioriteit geven aan de strijd tegen de armoede. Grote budgetten werden bestemd voor sociale uitkeringen en een begin gemaakt met het herordenenen van de reële economie.

De vraag herstelde zich en de bedrijven konden eraan tegemoetkomen doordat ze de concurrentie aankonden dank zij de devaluatie. De machine begon opnieuw te draaien. De in 2003 tot president verkozen Nestor Kirchner zette de politiek voort en verdiepte dat beleid nog. Hij brak met het IMF en legde de crediteuren een korting van meer dan 50% op op de schuld met het argument dat Argentinië niet meer kon betalen. Met opgekalefaterde overheidsfinanciën en stijgende belastinginkomsten verhoogt Nestor Kirchner publieke investeringen in infrastructuur, onderwijs en sociale programma's.

Met hem en zijn vrouw Cristina Fernández de Kirchner, die hem in 2007 opvolgde, zijn het gezag en de rol van de staat hersteld. Met de economie op volle capaciteit, worden de pensioenen verhoogd en het kindergeld veralgemeend, terwijl de CAO's elk jaar een loonsverhoging voorzien met een percentage dat groter is dan de inflatie. Dat is dan ook de belangrijkste verklaring voor de triomfantelijke herverkiezing van Cristina Fernández de Kirchner, twee maanden geleden.

De Argentijnen hebben niet opgegeven

Indien de heroriëntatie van het economisch beleid, nu gericht op de sociale en de interne markt een belangrijke rol gespeeld heaft in deze dramatische ommekeer, hebben veel Argentijnen er ook toe bijgedragen door te weigeren op te geven op het ogenblik dat er geen einde aan de crisis leek te komen.

Net zoals Roberto, eigenaar van een KMO in de chemische industrie, die failliet ging in 2001: "Ik ging naar mijn leveranciers en ik zei: 'We zitten in hetzelfde schuitje. Als je me krediet geeft, zal ik mijn schuld terugbetalen met 10% opleg bij elke nieuwe bestelling'. En zo zijn we opnieuw begonnen. Ik nam ook een cruciale beslissing: ik ben gestopt te produceren voor alles en iedereen. Ik heb gekozen voor een niche, die van de zuivelfabrieken. Dat zijn kleine eenheden maar het zijn er een heleboel waardoor ik veel volume kon draaien en de risico's kan spreiden. De medewerkers die gebleven zijn waren akkoord om 30% op hun loon in te leveren. Ik zei hen: 'Eens de tsunami voorbij is, krijgen jullie weer jullie oude loon en we zullen proberen dat later te verbeteren'. En ik heb woord gehouden.

Er valt nog veel te doen. Maar dat Argentinië veranderd is trekt niemand in twijfel. Tien jaar geleden wilden de Argentijnen emigreren. Vandaag zijn er velen teruggekeerd. Volgens peilingen, zouden de Argentijnen trouwens de meest optimistische mensen in Latijns-Amerika zijn.

Le Cantal comme si vous y étiez...



zaterdag 31 december 2011

Een verhaal en een wens

In Latijns-Amerika verbrandden militaire regimes subversieve boeken. In de democratieën van vandaag is het de boekhouding die wordt verbrand. De militaire dictaturen lieten mensen verdwijnen. Financiële dictaturen laten geld verdwijnen.

Op zekere dag weigerden de banken in Argentinië hun klanten hun geld terug te geven.
Norberto Rogloch had al zijn spaargeld op de bank gezet om te voorkomen dat ratten het zouden opeten of dieven het zouden stelen. Toen hij zich liet beroven door de bank was don Roberto erg ziek, omdat de jaren niet alleen komen en zijn pensioen te laag om voor medicijnen te kunnen betalen.

Er bleef hem geen keuze over. In wanhoop stapte hij het financiële fort binnen en, zonder aan wie dan ook toestemming te vragen, baande hij zich een weg naar het kantoor van de gerant. Met in zijn hand een granaat.
- Geef me mijn geld terug of ik blaas ons allemaal op!

De granaat was van plastic, maar het volbracht een wonder: de bank gaf hem zijn geld terug.
Later werd hij in de gevangenis gezet. De procureur eiste zestien jaar. Voor don Roberto, niet voor de bank.

Met deze korte anekdote van Eduardo Galeano wuif ik 2011, een jaar van grote omwentelingen uit.

In de Arabische wereld zijn de tijdloze dictaturen van Tunesië en Egypte ingestort onder de druk van volksopstanden.
Terwijl elders democratische idealen opgefrist en opnieuw uitgevonden worden door volkeren die Europa lang heeft genegeerd of veracht, lijkt het zelf te berusten in het verval.
Ontslagen mensen, regerende bankiers, verachte werknemers, gediscrimineerde buitenlanders, aangewakkerde haat, verhoogde angst... het zijn trieste feiten.

Zullen we in 2012 verontwaardigd zijn, zullen we ons verzetten, zullen we creatief zijn?
Dat is in ieder geval mijn wens.

gelukkig nieuwjaar!